Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [66]gijlieden zijt het lichaam van Christus, en leden [67]in het bijzonder. 66. De apostel past nu de voorgaande gelijkenis op de gemeente, die het geestelijk lichaam van Christus is, waarvan elk gelovige in het bijzonder een lidmaat is, die zich derhalve tegen zijne medelidmaten alzo behoort te gedragen, gelijk in de gelijkenis aangewezen is, dat de uiterlijke lidmaten eens lichaams tegen elkander doen. 67. Gr. uit een deel; dat is, elk gelovige is een bijzonder lid en deel van hetzelfde lichaam, hetwelk bestaat uit alle delen en lidmaten samengevoegd; zo moet dan elk deel in zijne orde aangezien en geacht worden, en alles toebrengen tot dienst en nut van het geheel.