Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hebt gij [50]met Hem de hemelen uitgespannen, die [51]vast zijn, [52]als een gegoten spiegel? 50. Te weten, met God, alsof gij zijn metgezel in het scheppen der wereld geweest waart. 51. Te weten, hoewel ze van een zeer dunne zelfstandigheid zijn. 52. Namelijk, vanwege haar klaarheid en doorluchtigheid. Elihu wil zeggen, naardien Job dat grote werk der schepping niet gemaakt had, noch ook zou kunnen maken, dat hij zich billijk onder dien Almogende behoorde te vernederen, voornamelijk omdat men uit de volmaaktheid zijner macht moet oordelen van de volmaaktheid zijner rechtvaardigheid.