SV | En de geitenbok maakte zich uitermate groot; maar toen hij sterk geworden was, brak die grote hoorn, en er kwamen op aan deszelfs plaats vier aanzienlijke, naar de vier winden des hemels. |
WLC | וּצְפִ֥יר הָעִזִּ֖ים הִגְדִּ֣יל עַד־מְאֹ֑ד וּכְעָצְמֹ֗ו נִשְׁבְּרָה֙ הַקֶּ֣רֶן הַגְּדֹולָ֔ה וַֽתַּעֲלֶ֜נָה חָז֤וּת אַרְבַּע֙ תַּחְתֶּ֔יהָ לְאַרְבַּ֖ע רוּחֹ֥ות הַשָּׁמָֽיִם׃ |
Trans. | ûṣəfîr hā‘izzîm hiḡədîl ‘aḏ-mə’ōḏ ûḵə‘āṣəmwō nišəbərâ haqqeren hagəḏwōlâ wata‘ălenâ ḥāzûṯ ’arəba‘ taḥəteyhā lə’arəba‘ rûḥwōṯ haššāmāyim: |
En de geitenbok maakte zich uitermate groot; maar toen hij sterk geworden was, brak die grote hoorn, en er kwamen op aan deszelfs plaats vier aanzienlijke, naar de vier winden des hemels.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En de geitenbok maakte zich uitermate groot; maar toen hij sterk geworden was, brak die grote hoorn, en er kwamen op aan deszelfs plaats vier aanzienlijke, naar de vier winden des hemels.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!