AB | Want uit genade ben jij behouden geworden door het geloof; en dat niet door jou[w geloof], het [is] Gods gave; |
SV | Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave; |
Steph | τη γαρ χαριτι εστε σεσωσμενοι δια τησ πιστεως και τουτο ουκ εξ υμων θεου το δωρον |
Trans. | tē gar chariti este sesōsmenoi dia tēs̱ pisteōs kai touto ouk ex ymōn theou to dōron |
Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave;
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave;
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!