Esther 3:4

SVHet geschiedde nu, toen zij [dit] van dag tot dag tot hem zeiden, en hij naar hen niet hoorde, zo gaven zij het Haman te kennen, opdat zij zagen, of de woorden van Mordechai bestaan zouden; want hij had hun te kennen gegeven, dat hij een Jood was.
WLCוַיְהִ֗י [בְּאָמְרָם כ] (כְּאָמְרָ֤ם ק) אֵלָיו֙ יֹ֣ום וָיֹ֔ום וְלֹ֥א שָׁמַ֖ע אֲלֵיהֶ֑ם וַיַּגִּ֣ידוּ לְהָמָ֗ן לִרְאֹות֙ הֲיַֽעַמְדוּ֙ דִּבְרֵ֣י מָרְדֳּכַ֔י כִּֽי־הִגִּ֥יד לָהֶ֖ם אֲשֶׁר־ה֥וּא יְהוּדִֽי׃
Trans.wayəhî bə’āmərām kə’āmərām ’ēlāyw ywōm wāywōm wəlō’ šāma‘ ’ălêhem wayyagîḏû ləhāmān lirə’wōṯ hăya‘aməḏû diḇərê mārədŏḵay kî-higîḏ lâem ’ăšer-hû’ yəhûḏî:

Algemeen

Zie ook: Haman, Jood, Joden, Mordechai (1), Qere en Ketiv

Aantekeningen

Het geschiedde nu, toen zij [dit] van dag tot dag tot hem zeiden, en hij naar hen niet hoorde, zo gaven zij het Haman te kennen, opdat zij zagen, of de woorden van Mordechai bestaan zouden; want hij had hun te kennen gegeven, dat hij een Jood was.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יְהִ֗י

Het geschiedde

ב

-

אמרם

hem zeiden

כְּ

-

אָמְרָ֤ם

-

אֵלָיו֙

tot

י֣וֹם

nu, toen zij van dag

וָ

-

י֔וֹם

tot dag

וְ

-

לֹ֥א

hen niet

שָׁמַ֖ע

hoorde

אֲלֵיהֶ֑ם

en hij naar

וַ

-

יַּגִּ֣ידוּ

zo gaven zij

לְ

-

הָמָ֗ן

het Haman

לִ

-

רְאוֹת֙

opdat zij zagen

הֲ

-

יַֽעַמְדוּ֙

bestaan zouden

דִּבְרֵ֣י

of de woorden

מָרְדֳּכַ֔י

van Mordechai

כִּֽי־

want

הִגִּ֥יד

te kennen

לָ

-

הֶ֖ם

-

אֲשֶׁר־

dat

ה֥וּא

hij

יְהוּדִֽי

een Jood


Het geschiedde nu, toen zij [dit] van dag tot dag tot hem zeiden, en hij naar hen niet hoorde, zo gaven zij het Haman te kennen, opdat zij zagen, of de woorden van Mordechai bestaan zouden; want hij had hun te kennen gegeven, dat hij een Jood was.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!