SV | Zo zal Ik Mijn grimmigheid tegen den wand voortbrengen, en tegen degenen, die hem pleisteren met loze kalk; en Ik zal tot ulieden zeggen: Die wand is er niet [meer], en die hem pleisterden, zijn er niet; |
WLC | וְכִלֵּיתִ֤י אֶת־חֲמָתִי֙ בַּקִּ֔יר וּבַטָּחִ֥ים אֹתֹ֖ו תָּפֵ֑ל וְאֹמַ֤ר לָכֶם֙ אֵ֣ין הַקִּ֔יר וְאֵ֖ין הַטָּחִ֥ים אֹתֹֽו׃ |
Trans. | wəḵillêṯî ’eṯ-ḥămāṯî baqqîr ûḇaṭṭāḥîm ’ōṯwō tāfēl wə’ōmar lāḵem ’ên haqqîr wə’ên haṭṭāḥîm ’ōṯwō: |
Zo zal Ik Mijn grimmigheid tegen den wand voortbrengen, en tegen degenen, die hem pleisteren met loze kalk; en Ik zal tot ulieden zeggen: Die wand is er niet [meer], en die hem pleisterden, zijn er niet;
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Zo zal Ik Mijn grimmigheid tegen den wand voortbrengen, en tegen degenen, die hem pleisteren met loze kalk; en Ik zal tot ulieden zeggen: Die wand is er niet [meer], en die hem pleisterden, zijn er niet;
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!