SV | En zij hoorden naar Hemor, en naar Sichem, zijn zoon, allen, die ter zijner stadspoort uitgingen; en zij werden besneden, al wat mannelijk was, allen, die ter zijner stadspoort uitgingen. |
WLC | וַיִּשְׁמְע֤וּ אֶל־חֲמֹור֙ וְאֶל־שְׁכֶ֣ם בְּנֹ֔ו כָּל־יֹצְאֵ֖י שַׁ֣עַר עִירֹ֑ו וַיִּמֹּ֙לוּ֙ כָּל־זָכָ֔ר כָּל־יֹצְאֵ֖י שַׁ֥עַר עִירֹֽו׃ |
Trans. | wayyišəmə‘û ’el-ḥămwōr wə’el-šəḵem bənwō kāl-yōṣə’ê ša‘ar ‘îrwō wayyimmōlû kāl-zāḵār kāl-yōṣə’ê ša‘ar ‘îrwō: |
En zij hoorden naar Hemor, en naar Sichem, zijn zoon, allen, die ter zijner stadspoort uitgingen; en zij werden besneden, al wat mannelijk was, allen, die ter zijner stadspoort uitgingen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En zij hoorden naar Hemor, en naar Sichem, zijn zoon, allen, die ter zijner stadspoort uitgingen; en zij werden besneden, al wat mannelijk was, allen, die ter zijner stadspoort uitgingen.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!