AB | En de HEERE God maakte voor Adam en zijn vrouw leren kleding en Hij kleedde hen. |
SV | En de HEERE God maakte voor Adam en zijn vrouw rokken van vellen, en toog ze hun aan. |
WLC | וַיַּעַשׂ֩ יְהוָ֨ה אֱלֹהִ֜ים לְאָדָ֧ם וּלְאִשְׁתֹּ֛ו כָּתְנֹ֥ות עֹ֖ור וַיַּלְבִּשֵֽׁם׃ פ |
Trans. | wayya‘aś JHWH ’ĕlōhîm lə’āḏām ûlə’išətwō kāṯənwōṯ ‘wōr wayyaləbišēm: |
En de HEERE God maakte voor Adam en zijn vrouw rokken van vellen, en toog ze hun aan.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
En de HEERE God maakte voor Adam en zijn vrouw rokken van vellen, en toog ze hun aan.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!