SV | Al hun boosheid is te Gilgal, want daar heb Ik ze gehaat, om de boosheid van hun handelingen; Ik zal ze uit Mijn huis uitdrijven, Ik zal ze voortaan niet meer liefhebben; al hun vorsten zijn afvalligen. |
WLC | כָּל־רָעָתָ֤ם בַּגִּלְגָּל֙ כִּֽי־שָׁ֣ם שְׂנֵאתִ֔ים עַ֚ל רֹ֣עַ מַֽעַלְלֵיהֶ֔ם מִבֵּיתִ֖י אֲגָרְשֵׁ֑ם לֹ֤א אֹוסֵף֙ אַהֲבָתָ֔ם כָּל־שָׂרֵיהֶ֖ם סֹרְרִֽים׃ |
Trans. | kāl-rā‘āṯām bagiləgāl kî-šām śənē’ṯîm ‘al rō‘a ma‘aləlêhem mibêṯî ’ăḡārəšēm lō’ ’wōsēf ’ahăḇāṯām kāl-śārêhem sōrərîm: |
Al hun boosheid is te Gilgal, want daar heb Ik ze gehaat, om de boosheid van hun handelingen; Ik zal ze uit Mijn huis uitdrijven, Ik zal ze voortaan niet meer liefhebben; al hun vorsten zijn afvalligen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Al hun boosheid is te Gilgal, want daar heb Ik ze gehaat, om de boosheid van hun handelingen; Ik zal ze uit Mijn huis uitdrijven, Ik zal ze voortaan niet meer liefhebben; al hun vorsten zijn afvalligen.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!