Mattheus 19:4

SVDoch Hij, antwoordende, zeide tot hen: Hebt gij niet gelezen, Die van den beginne [den mens] gemaakt heeft, dat Hij ze gemaakt heeft man en vrouw?
Steph ο δε αποκριθεις ειπεν αυτοισ ουκ ανεγνωτε οτι ο ποιησασ απ αρχης αρσεν και θηλυ εποιησεν αυτους
Trans.o de apokritheis eipen autois̱ ouk anegnōte oti o poiēsas̱ ap archēs arsen kai thēly epoiēsen autous

Algemeen

Zie ook: Genesis 1:27, Markus 10:6

Aantekeningen

Doch Hij, antwoordende, zeide tot hen: Hebt gij niet gelezen, Die van den beginne [den mens] gemaakt heeft, dat Hij ze gemaakt heeft man en vrouw?


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

ο
Die
δε
Doch
αποκριθεις
Hij, antwoordende

-
ειπεν
zeide

-
αυτοις
tot hen
ουκ
Hebt gij niet
ανεγνωτε
gelezen

-
οτι
-
ο
-
ποιησας
gemaakt heeft

-
απ
van
αρχης
den beginne
αρσεν
man
και
en
θηλυ
vrouw
εποιησεν
gemaakt heeft

-
αυτους
dat Hij ze

Doch Hij, antwoordende, zeide tot hen: Hebt gij niet gelezen, Die van den beginne [den mens] gemaakt heeft, dat Hij ze gemaakt heeft man en vrouw?


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!