Aantekeningen bij de Bijbel
Vragen, overdenkingen en achtergronden over de Bijbel,
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
SV | Toen verscheurde de hogepriester zijn klederen, zeggende: Hij heeft [God] gelasterd, wat hebben wij nog getuigen van node? Ziet, nu hebt gij Zijn [gods]lastering gehoord. |
Steph | και εποιησαν οι μαθηται ως συνεταξεν αυτοις ο ιησους και ητοιμασαν το πασχα
|
Trans. | tote o archiereus dierrēxen ta imatia autou legōn eblasphēmēsen ti eti chreian echomen martyrōn ide nyn ēkousate tēn blasphēmian |
Algemeen
Zie ook: Hogepriester, Kleding, Kleding scheuren, Lastering, Rouw
Johannes 19:7
Aantekeningen
Toen verscheurde de hogepriester zijn klederen, zeggende: Hij heeft [God] gelasterd, wat hebben wij nog getuigen van node? Ziet, nu hebt gij Zijn [gods]lastering gehoord.
- Hij heeft [God] gelasterd, Het Sanhedrin heeft in spanning toegeluisterd. De beslissende uitspraak is gekomen, en Kajafas roept uit: ‘Hij heeft God gelasterd. Waarvoor hebben we nog getuigen nodig? U hebt nu toch de godslastering gehoord. Wat vindt u?’ (Mat 26:65). Het misdrijf is dat Hij God lasterde en daarop staat maar één straf: ‘Hij verdient de doodstraf.’ (Lev 24:16). Slechts één man stemt hier niet mee in: Jozef van Arimathea (Luk 23:51), zeer waarschijnlijk tot grote ergenis van de anderen.
- Toen verscheurde de hogepriester zijn klederen, Het scheuren van kleren was bij de Joden een symbool van droefheid en rouw. Men deed dit door een inscheuring te maken van de hals naar beneden. Hier gebruikte men het als symbool van droefheid, omdat naar hun opvatting Jezus een godslastering uitsprak door zichzelf Gods Zoon te noemen.
Vertaalnotities
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
αρχιερευς
de hogepriester
εβλασφημησεν
Hij heeft gelasterd
|
Toen verscheurde de hogepriester zijn klederen, zeggende: Hij heeft [God] gelasterd, wat hebben wij nog getuigen van node? Ziet, nu hebt gij Zijn [gods]lastering gehoord.
- λέγων א2 B C2 D L Z Θ 090 33 700 892 pc; λέγων ὅτι A C*vid W 0133 f1 f13 Byz ς; ἴδε א* syrp
- βλασφημίαν א B D L Z 700 ita itc itff1 itg1 ith itl vg copsa copbo WH CEI NM; βλασφημίαν αὐτοῦ A C E F G K W Y (Θ) Π 090 0133 0281 f1 f13 28 33 565 700 Byz itb itr1 ς NR ND Riv Dio TILC Nv
- Lacune in minuscule 416, ε 422 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 187-188): Mat. 1:1-25:36; 26:17-27:17; 27:35-Mark. 2:25; Joh. 18:8-21:25;
- Lacune in minuscule 446, ε 507 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 190-191): Mat. 1:1-17; 26:47-27:40; Mark. 1:1-9; Luk. 1:1-18; Joh. 1:1-21;
Koop nu
Commentaar
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!