Aantekeningen bij de Bijbel
Vragen, overdenkingen en achtergronden over de Bijbel,
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
SV | Toen zij nu vertrokken waren, ziet, de engel des Heeren verschijnt Jozef in den droom, zeggende: Sta op, en neem tot u het Kindeken en Zijn moeder, en vlied in Egypte, en wees aldaar, totdat ik het u zeggen zal; want Herodes zal het Kindeken zoeken, om Hetzelve te doden. |
Steph | αναχωρησαντων δε αυτων ιδου αγγελος κυριου φαινεται κατ οναρ τω ιωσηφ λεγων εγερθεις παραλαβε το παιδιον και την μητερα αυτου και φευγε εις αιγυπτον και ισθι εκει εως αν ειπω σοι μελλει γαρ ηρωδης ζητειν το παιδιον του απολεσαι αυτο
|
Trans. | anachōrēsantōn de autōn idou angelos kyriou phainetai kat onar tō iōsēph legōn egertheis paralabe to paidion kai tēn mētera autou kai pheuge eis aigypton kai isthi ekei eōs an eipō soi mellei gar ērōdēs zētein to paidion tou apolesai auto |
Algemeen
Zie ook: Dromen, Egypte, Engel des Heeren, Engelen, Engelverschijningen, Herodes (de Grote), Moeder, Vluchteling
- Roos van Jericho (Anastatica hierochuntica); De roos van Jericho is een plant die verdord lijkt, maar in heel korte tijd kan opbloeien. Er is een mythe rond de gebeurtenis dat Jozef en Maria met het Kind Jezus naar Egypte vluchten. Ze trekken daarbij door de vlakte van Jericho. En overal waar het Kind voorbijkomt, bloeit de aarde op om de Koning der Joden te begroeten (HSV Mannenbijbel).
Aantekeningen
Toen zij nu vertrokken waren, ziet, de engel des Heeren verschijnt Jozef in den droom, zeggende: Sta op, en neem tot u het Kindeken en Zijn moeder, en vlied in Egypte, en wees aldaar, totdat ik het u zeggen zal; want Herodes zal het Kindeken zoeken, om Hetzelve te doden.
- Nadat bij Herodes bekend was geworden, dat de "magoi" na hun bezoek bij Christus niet terug waren gegaan naar zijn residentie te Jeruzalem, maar met de noorderzon waren vertrokken, was het logisch dat Herodes in actie zou komen. Er wordt in de Bijbel niet beschreven hoe en waarheen zij vertrokken, er wordt slechts vermeld dat, gewaarschuwd door Godswege zij via een andere weg terug gingen naar hun land. Direct hierna wordt vermeld, dat een engel van de Heer bij Jozef kwam,in een droom, met de opdracht om direct naar Egypte te vluchten. Deze vlucht was reeds door Hosea 11:1 geprofeteerd: "Ik heb mijn Zoon uit Egypte geroepen".
Reden om te overwegen wat voor vluchtroute Jozef, Maria en Christus hebben genomen.
Als eerste er was geen geldgebrek vanwege de geschenken van de magoi, dus men kon in principe alle middelen gebruiken die hen ter beschikking stonden.
Het Westen: de Middellandse Zee
Als de kaart van Israël wordt bekeken dan is in het Westen de Middellandse Zee. Wil men vluchten over zee dan zal men gebruik moeten maken van schepen die de locale havens aandoen. De dichtsbijzijnde was Joppa, welke enerzijds een uitwijkhaven was voor de korentransporten vanuit Egypte naar Rome, anderzijds was dit een militaire haven onder toezicht van de Romeinen. De meeste aflossingen van de soldaten kwamen via deze haven in Judea. Als laatste was deze haven de thuisbasis van alle ex- en import goederen.
Vanuit deze strategische positie mag men er vanuit gaan dat hier constant soldaten waren gedetacheerd, welke alle schepen controleerden. Voor Herodes was een simpel opsporingsbericht voldoende om deze soldaten te instrueren dat er een joods echtpaar met een klein kind het land uit probeerde te komen. Waardoor het voor Jozef praktisch onmogelijk werd om zijn gezin het land uit te smokkelen, zo hij al de kennis had om met de diverse kapiteins te onderhandelen. Voor de magoi met al hun dienaren, kamelen en andere spullen was dit volkomen onmogelijk. Zij zouden eerst al de onnodige ballast moeten verkopen, waarmee te veel tijd zou worden verspild. Bovendien zou een zo grote groep al direct opvallen. Een opsporingsbericht was dus voldoende om deze vluchtweg volkomen hermetisch af te sluiten.
Het Noorden: Nazareth
Zoals reeds eerder is besproken, had Herodes van zijn land een politiestaat gemaakt. Hij had dan ook nauwkeurig navraag gedaan waar de magoi vandaan kwamen. Hetzelfde heeft hij zeker gedaan wie de inwoners van Bethlehem waren en wie er op dat moment verbleven. Onderzoek zou uitwijzen, dat er een echtpaar overijlt was gevlucht, welke normaal in Nazareth woonde. Herodes zou soldaten te paard door Samaria naar Nazareth hebben gestuurd, die onderweg al zouden speuren naar dit gezin. Met deze actie zou hij bovendien tijdwinst hebben als zou blijken dat Jozef via de normale route, welke Joden naar het Noorden nemen, zou zijn gegaan. De Joden mijden immers zoveel mogelijk de Samaritanen (Mattheüs 10: 5; Johannes 4: 9). Ook zou hij soldaten hebben uitgestuurd via de normale manier nl. over de Jordaan en dan naar het Noorden, hiermee zou hij in het voordeel hebben verkeerd dat hij Jozef en zijn gezin in een tang had, de eerste groep soldaten kon immers via het Noorden weer naar het Zuiden trekken.
Het Oosten: Babylon
Als men over de Jordaan trekt komt men in een woestijnachtig gebied, wil men dit doortrekken dan moet men wel langs de weinige oases aandoen voor water. Herodes hoefde zijn soldaten slechts naar een paar van deze oases te sturen om hen op te wachten. Daarnaast zou deze vluchtweg voor Herodes zeer aannemelijk zijn, immers de magoi kwamen uit het Oosten.
Het Zuiden: Egypte
De laatst overgebleven vluchtroute is door de Negeb richting Egypte. Ook deze route is vrij woestijnachtig, echter men heeft wel het voordeel dat men er onderweg kon schuilen voor achtervolgende vijanden in grotten e.d.,. Men was dus redelijk snel in veiligheid. Ook waren er toen joodse nederzettingen in Egypte waar men kon schuilen
Vertaalnotities
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
αναχωρησαντων
vertrokken waren
|
Toen zij nu vertrokken waren, ziet, de engel des Heeren verschijnt Jozef in den droom, zeggende: Sta op, en neem tot u het Kindeken en Zijn moeder, en vlied in Egypte, en wees aldaar, totdat ik het u zeggen zal; want Herodes zal het Kindeken zoeken, om Hetzelve te doden.
____
- αὐτῶν Byz ς WH; αὐτῶν εἰς τὴν χώραν αὐτῶν B
- φαίνεται tt. 3de pers. enkv. van φαίνω "verschijnen"; φαίνεται κατ' ὄναρ א D L f1 f13 22 579 Byz syr? copbo ς WHtext; φαίνεται τῷ Ἰωσὴφ κατ' ὄναρ W; κατ' ὄναρ φαίνεται C K Π 33 157 700 892 1071 pc; κατ' ὄναρ ἐφάνη B WHmg; ἐφάνη κατ' ὄναρ 372; κατ' ὄναρ ἐφάνη or ἐφάνη κατ' ὄναρ copsa copmae; apparuit in somnis vg
- Ἡρῴδης Byz WH; Ἡρώδης ς
- ἀπολέσαι B D Byz ς WH; ἀπολέσε א
- Lacune in minuscule 50, A232 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 140): Mat. 1:1-9:35; 12:3-23; 17:12-24; 25:20-32; John 5:18-21:25.
- Lacune in minuscule 69, δ 505 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 144-145): Mat. 1:1-18:15;
- Lacune in minuscule 115, ε 1096 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 154): Mat. 1:1-8:9; Mark. 5:23-36; Luk. 1:78-2:9; 6:4-15; Joh. 10:3-16; 11-[20; 11:25-28, 31 beschadigd] 21:25;
- Lacune in minuscule 175, δ 95 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 162-163): Mat. 1:1-4:17;
- Lacune in minuscule 176, ε 301 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 163): Mat. 1:1-10:13; Joh. 2:1-21:25;
- Lacune in minuscule 222, A404 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 169): Mat. 1:1-6:19; Joh. 14:2-16:4; 16:7-21:25;
- Lacune in minuscule 264, ε 284 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 173): Mat. 1:1-7:14; 14:31-15:24; 15:37-16:24; 17:8-18:7; Luk. 18:17-30; Joh. 5:23-36; 6:69-7:12; 21:23-25;
- Lacune in minuscule 292, ε 378 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 176): Mat. 1:1-7:13; Joh. 19:5-21:25;
- Lacune in minuscule 294, ε 367 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 176-177): Mat. 1:18-11:14;
- Lacune in minuscule 311 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 178): Mat. 1:1-5:4;
- Lacune in minuscule 366, Cμ24 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 183): Mat. 1:1-2:16;
- Lacune in minuscule 396, ε 217 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 185-186): Mat. 1:1-23:27;
- Lacune in minuscule 416, ε 422 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 187-188): Mat. 1:1-25:36; 26:17-27:17; 27:35-Mark. 2:25; Joh. 18:8-21:25;
- Lacune in minuscule 435, ε 1031 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 190): Mat. 1:20-2:13; 22:4-19; Joh. 10:14-21:25;
- Lacune in minuscule 474, α 137 (C.R. Gregory, Textkritik des Neuen Testamentes, p. 193): Mat. 1:1-13:53; 16:28-17:18; 24:39-25:9; 26:71-27:14; Mark. 8:32-9:9; Joh. 11:8-3; 13:8-21:25;
Koop nu
Commentaar
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!