AB | Zij gooiden stof op hun hoofden en schreeuwden, huilend en jammerend, zeggend: "Wee, wee, de grote stad, waarin allen die schepen in de zee hebben, rijk zijn geworden door haar weelde, want in één uur is zij verwoest." |
SV | En zij wierpen stof op hun hoofden, en riepen, wenende en rouw bedrijvende, zeggende: Wee, wee, de grote stad, in dewelke allen, die schepen in de zee hadden, van haar kostelijkheid rijk geworden zijn; want zij is in een ure verwoest geworden. |
Steph | και εβαλον χουν επι τας κεφαλας αυτων και εκραζον κλαιοντες και πενθουντες λεγοντες ουαι ουαι η πολις η μεγαλη εν η επλουτησαν παντες οι εχοντες πλοια εν τη θαλασση εκ της τιμιοτητος αυτης οτι μια ωρα ηρημωθη |
Trans. | kai ebalon choun epi tas kephalas autōn kai ekrazon klaiontes kai penthountes legontes ouai ouai ē polis ē megalē en ē eploutēsan pantes oi echontes ploia en tē thalassē ek tēs timiotētos autēs oti mia ōra ērēmōthē |
En zij wierpen stof op hun hoofden, en riepen, wenende en rouw bedrijvende, zeggende: Wee, wee, de grote stad, in dewelke allen, die schepen in de zee hadden, van haar kostelijkheid rijk geworden zijn; want zij is in een ure verwoest geworden.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En zij wierpen stof op hun hoofden, en riepen, wenende en rouw bedrijvende, zeggende: Wee, wee, de grote stad, in dewelke allen, die schepen in de zee hadden, van haar kostelijkheid rijk geworden zijn; want zij is in een ure verwoest geworden.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!