Openbaring 1:1

ABOnthulling van Jezus Gezalfde, die God aan hem heeft gegeven om aan Zijn slaven te tonen wat spoedig moet gebeuren en Hij gaf signalen sturend Zijn Boodschapper naar Zijn slaaf Johannes.
SVDe openbaring van Jezus Christus, die God Hem gegeven heeft, om Zijn dienstknechten te tonen de dingen, die haast geschieden moeten; en die Hij door Zijn engel gezonden, en Zijn dienstknecht Johannes te kennen gegeven heeft;
Steph αποκαλυψις ιησου χριστου ην εδωκεν αυτω ο θεος δειξαι τοις δουλοις αυτου α δει γενεσθαι εν ταχει και εσημανεν αποστειλας δια του αγγελου αυτου τω δουλω αυτου ιωαννη
Trans.apokalypsis iēsou christou ēn edōken autō o theos deixai tois doulois autou a dei genesthai en tachei kai esēmanen aposteilas dia tou angelou autou tō doulō autou iōannē

Algemeen

Zie ook: Engelen, Jezus Christus, Johannes (apostel), Nieuwe Testament, Openbaring (boek), Profetie (OT)

Titel

Auteur

Ontstaan

Thema

Synopsis

  1. Inleiding
    1. Inleiding en belofte aan de gehoorzame lezer (1:1-3)
    2. Groeten van Johannes en van de verheerlijke Christus (1:4-8)
  2. Visioen I
    1. De verheerlijkte Christus (1:9-16)
    2. Het bevel om aan de 7 Gemeenten te schrijven (1:19)
    3. De boodschappen aan de Gemeenten (Hfdstk. 2 + 3)
      1. Aan Ephese, de terugvallende Gemeente, volhardend in het dienen, sterk in discipline maar koud in liefde (2:1-7)
      2. Aan Smyrna, de arme maar echt rijke Gemeente, in een periode van vervolging (2:8-11)
      3. Aan Pergamos, de Gemeente onder vincloed van het kwade, standvastig maar besmet met ketterij (1:12-17)
      4. Aan Thyatirus, de Gemeente van goede werken die echter een valse profeet huisvest (2:18-20)
      5. Aan Sardis, de stervende Gemeente (3:1-6)
      6. Aan Philadelphia, de zwakke maar getrouwe Gemeente (3:7-13)
      7. Aan Laodicea, de zelfgenoegzame Gemeente die prat gaat op haar weelde terwijl ze arm, miserabel en blind is (3:14-22)
  3. Visioen II
    1. God in de hemel op Zijn troon, de Schepper van het universum die eer ontvangt van de levende schepselen en de 24 oudsten (4:1-11)
    2. Opening van het boek met de zeven zegels door het Lam; het nieuwe lied, de aaanbidding van het Lam (hfdstk 5)
    3. Het verbreken van de 6 zegels - de beproeving van de heiligen (hfdstk 6)
  4. Visioen III
    1. Gods bescherming voor Zijn uitverkoren volk (7:1-8)
  5. Visioen IV
    1. De ontelbare schare van verlosten (7:9-10)
    2. Hun verschijnen voor de tegenwoordigheid van God (7:13-15)
    3. Hun eeuwige lofzang (7:15-17)
  6. Visioen V
    1. Het breken van het 7de zegel en de stilte in de hemel (hfdstk 8)
    2. Het blazen van de 6 bazuinen (hfdstk 9)
  7. Visioen VI
    1. Het geopende boek (10:1-11)
    2. De twee getuigen (11:1-14)
    3. De zevende bazuin en de lofzang der oudsten (11:15-19)
  8. Visioen VII
    1. De vrouw en de draak (12:1-6)
    2. De draak overwonnen (12:7-12)
    3. De draak vervolgt de vrouw (12:13-18)
    4. Het beest uit de zee (13:1-10)
    5. Het beest uit de aarde (13:11-18)
  9. Visioen VIII
    1. Het Lam en de vrijgekochten (14:1-5)
    2. Aankondiging van het oordeel (14:6-13)
  10. Visioen IX
    1. De oogst (14:14-20)
  11. Visioen X
    1. Het lied van de overwinnaars (15:1-4)
    2. De zeven schalen van de gramschap (15:5-8)
    3. De zeven plagen (hfdstk 16)
  12. Visioen XI
    1. Het oordeel over Babylon (hfdstuk 17)
    2. De val van Babylon (hfdstuk 18)
  13. Visioen XII
    1. Het lied om de val van Babylon (19:1-5)
    2. De bruiloft van het Lam (19:6-10)
  14. Visioen XIII
    1. Het woord van God (19:11-16)
    2. De overwinning op het beest en zijn profeet (19:17-21)
  15. Visioen XIV
    1. Het duizendjarig rijk (20:1-6)
    2. Het oordeel over satan (20:7-10)
    3. Het laatste oordeel (20:11-15)
  16. Visioen XV
    1. De nieuwe hemel en de nieuwe aarde (21:1-8)
    2. Het nieuwe Jeruzalem (21:9-22:5)
  17. Slot (22:6-12)

Aantekeningen

De openbaring van Jezus Christus, die God Hem gegeven heeft, om Zijn dienstknechten te tonen de dingen, die haast geschieden moeten; en die Hij door Zijn engel gezonden, en Zijn dienstknecht Johannes te kennen gegeven heeft;


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

αποκαλυψις
De openbaring
ιησου
van Jezus
χριστου
Christus
ην
de dingen, die
εδωκεν
gegeven heeft

-
αυτω
hem
ο
-
θεος
God
δειξαι
te tonen

-
τοις
-
δουλοις
dienstknecht
αυτου
en Zijn
α
die
δει
moeten

-
γενεσθαι
geschieden

-
εν
haast
ταχει
-
και
en
εσημανεν
te kennen gegeven heeft

-
αποστειλας
gezonden

-
δια
die Hij door
του
-
αγγελου
engel
αυτου
om Zijn
τω
-
δουλω
dienstknechten
αυτου
Zijn
ιωαννη
Johannes

De openbaring van Jezus Christus, die God Hem gegeven heeft, om Zijn dienstknechten te tonen de dingen, die haast geschieden moeten; en die Hij door Zijn engel gezonden, en Zijn dienstknecht Johannes te kennen gegeven heeft;


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!