H3979 מַאֲכֶלֶת
mes

Bijbelteksten

Genesis 22:6En Abraham nam het hout des brandoffers, en legde het op Izak, zijn zoon; en hij nam het vuur en het mes in zijn hand, en zij beiden gingen samen.
Genesis 22:10En Abraham strekte zijn hand uit, en nam het mes om zijn zoon te slachten.
Richteren 19:29Als hij nu in zijn huis kwam, zo nam hij een mes, en greep zijn bijwijf, en deelde haar met haar beenderen in twaalf stukken; en hij zond ze in alle landpalen van Israel.
Spreuken 30:14Een geslacht, welks tanden zwaarden, en welks baktanden messen zijn, om de ellendigen van de aarde en de nooddruftigen van onder de mensen te verteren.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel