H6175 עָרוּם
listig, slim, subtiel

Bijbelteksten

Genesis 3:1De slang nu was listiger dan al het gedierte des velds, hetwelk de HEERE God gemaakt had; en zij zeide tot de vrouw: Is het ook, dat God gezegd heeft: Gijlieden zult niet eten van allen boom dezes hofs?
Job 5:12Hij maakt te niet de gedachten der arglistigen; dat hun handen niet een ding uitrichten.
Job 15:5Want uw mond leert uw ongerechtigheid, en gij hebt de tong der arglistigen verkoren.
Spreuken 12:16De toorn des dwazen wordt ten zelven dage bekend; maar die kloekzinnig is, bedekt de schande.
Spreuken 12:23Een kloekzinnig mens bedekt de wetenschap; maar het hart der zotten roept dwaasheid uit.
Spreuken 13:16Al wie kloekzinnig is, handelt met wetenschap; maar een zot breidt dwaasheid uit.
Spreuken 14:8De wijsheid des kloekzinnigen is zijn weg te verstaan; maar dwaasheid der zotten is bedriegerij.
Spreuken 14:15De slechte gelooft alle woord; maar de kloekzinnige merkt op zijn gang.
Spreuken 14:18De slechten erven dwaasheid; maar de kloekzinnigen zullen zich met wetenschap kronen.
Spreuken 22:3Een kloekzinnig mens ziet het kwaad, en verbergt zich; maar de slechten gaan henen door, en worden gestraft.
Spreuken 27:12De kloekzinnige ziet het kwaad, [en] verbergt zich; de slechten gaan henen door, [en] worden gestraft.

Mede mogelijk dankzij