H8269 שַׂר
governor, ruler, prince, chief, , keeper, captain
Genesis 12:15 | Ook zagen haar de vorsten van Farao, en prezen haar bij Farao; en die vrouw werd weggenomen naar het huis van Farao. |
Genesis 21:22 | Voorts geschiedde het ter zelfder tijd, dat Abimelech, mitsgaders Pichol, zijn krijgsoverste, tot Abraham sprak, zeggende: God is met u in alles, wat gij doet. |
Genesis 21:32 | Alzo maakten zij een verbond te Ber-seba. Daarna stond Abimelech op, en Pichol, zijn krijgsoverste, en zij keerden wederom naar het land der Filistijnen. |
Genesis 26:26 | En Abimelech trok tot hem van Gerar, met Ahuzzat, zijn vriend, en Pichol, zijn krijgsoverste. |
Genesis 37:36 | En de Midianieten verkochten hem in Egypte, aan Potifar, een hoveling van Farao, overste der trawanten. |
Genesis 39:1 | Jozef nu werd naar Egypte afgevoerd; en Potifar, een hoveling van Farao, een overste der trawanten, een Egyptisch man, kocht hem uit de hand der Ismaelieten, die hem derwaarts afgevoerd hadden. |
Genesis 39:21 | Doch de HEERE was met Jozef, en wendde [Zijn] goedertierenheid tot hem; en gaf hem genade in de ogen van den overste van het gevangenhuis. |
Genesis 39:22 | En de overste van het gevangenhuis gaf al de gevangenen, die in het gevangenhuis waren, in Jozefs hand; en al wat zij daar deden, deed hij. |
Genesis 39:23 | De overste van het gevangenhuis zag gans op geen ding, dat in zijn hand was, overmits dat de HEERE met hem was; en wat hij deed, dat deed de HEERE wel gedijen. |
Genesis 40:2 | Zodat Farao zeer toornig werd op zijn twee hovelingen, op den overste der schenkers, en op den overste der bakkers. |
Genesis 40:3 | En hij leverde hen in bewaring, ten huize van den overste der trawanten, in het gevangenhuis, ter plaatse, waar Jozef gevangen was. |
Genesis 40:4 | En de overste der trawanten bestelde Jozef bij hen, dat hij hen diende; en zij waren [sommige] dagen in bewaring. |
Genesis 40:9 | Toen vertelde de overste der schenkers Jozef zijn droom, en zeide tot hem: In mijn droom, zie, zo was een wijnstok voor mijn aangezicht; |
Genesis 40:16 | Toen de overste der bakkers zag, dat hij een goede uitlegging gedaan had, zo zeide hij tot Jozef: Ik was ook in mijn droom, en zie, drie getraliede korven waren op mijn hoofd. |
Genesis 40:20 | En het geschiedde op den derden dag, den dag van Farao's geboorte, dat hij voor al zijn knechten een maaltijd maakte; en hij verhief het hoofd van den overste der schenkers, en het hoofd van den overste der bakkers, in het midden zijner knechten. |
Genesis 40:21 | En hij deed den overste der schenkers wederkeren tot zijn schenkambt, zodat hij den beker op Farao's hand gaf. |
Genesis 40:22 | Maar den overste der bakkers hing hij op, gelijk Jozef hun uitgelegd had. |
Genesis 40:23 | Doch den overste der schenkers gedacht aan Jozef niet, maar vergat hem. |
Genesis 41:9 | Toen sprak de overste der schenkers tot Farao, zeggende: Ik gedenk heden aan mijn zonden. |
Genesis 41:10 | Farao was zeer vertoornd op zijn dienaars, en leverde mij in bewaring ten huize van den overste der trawanten, mij en den overste der bakkers. |