G217_ἅλας
zout
Taal: Grieks

Onderwerpen

Zout,

Statistieken

Komt 8x voor in 4 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

halas, zn o van ἅλς G00251; TDNT - 1:228,36;


1) zout waarmee voedsel smakelijk gemaakt wordt en offeranden mee besprenkeld werden (LXX Lev. 2:13) 2) die soorten zout waar landbouwgrond mee bemest werd 2a) zout werd op veroverde grond gestrooid om verwoesting te symboliseren 3) zout is een symbool van een blijvende overeenkomst (LXX 2 Kron. 13:5), omdat het tegen bederf beschermt en onveranderd bewaart. Derhalve waren de oosterlingen gewend, tot op de huidige dag, met elkaar zout te gebruiken bij de plechtige sluiting van overeenkomsten. 4) wijsheid en geestigheid in het gesprek (Col. 4:6)


Bronnen


Lexicon G. Abbott-Smith

Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)

ἅλας (T, ἅλα), -ατος, τό, late form of cl. ἅλς, -ος, ὁ (MM, VGT, s.v.), [in LXX chiefly for מְלַח H4416 ;] salt, lit, and fig.: Mt 5:13, Mk 9:50 Lk 14:34; like cl. ἅλες, wit, of wisdom and grace in speech: Col 4:6.†

Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon

Voor meer informatie: Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon (1940)

ἅλας, ᾰτος, τό,
  ={ἅλς}, salt, Aristoteles Philosophus “Mirabilia” 844b16, Lycon cited in Herodianus Grammaticus Gr. 2.716, LXX.Lev.2.13, al., NT.Col.4.6, Galenus Medicus 14.327; ἅ. ἀμμωνιακόν “POxy.” 1222.2 (4th c.AD).

Synoniemen en afgeleide woorden

Grieks ἁλίζω G233 "zouten"; Grieks ἅλς G251 "zout"; Grieks ἁλυκός G252 "zout"; Hebreeuws מֶלַח H4417 "zout";

Literatuur


Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs