Aantekeningen bij de Bijbel: Woordstudie G00862: ἄφθαρτος

Concordantie

G862_ἄφθαρτος

onbedorven, onvergankelijk, onsterfelijk

Taal: Grieks

Statistieken

Komt 7x voor in 4 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

áfthartos̱,

Bronnen

Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon, ἄφθαρτος
katabiblon.com Wiki Lexicon of the Greek New Testament and Concordance, ἄφθαρτος

Lexicon G. Abbott-Smith

Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)

** ἄ-φθαρτος, -ον (< φθείρω), [in LXX: Wi 12:1 18:4*;] imperishable, immortal (a) of things: I Co 9:25, I Pe 1:4, 23 3:4; (b) of persons: of men, I Co 15:52; of God, Ro 1:23, I Ti 1:17 (MM, s.v.).†

Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon

Voor meer informatie: Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon (1940)

ἄφθαρ-τος, ον,
uncorrupted, undecaying, Philo Mechanicus “(Belopoeica) Excerpte aus Philons Mechanik - Ath. Berl. Akad.” 67.37.
__II incorruptible, Epicurus Philosophus “Epistulae” 1p.29U., al., Philodemus Gadarensis Epigrammaticus “D.” 3 “fragment” 88b, al., Diogenes Oenoandensis Epicureus 63, al.
__II.2 eternal, Aristoteles Philosophus “Anthologia Graeca” 0.85b18, “Cael.” 270a21 ; immortal, πνεῦμα LXX.Wis.12.1; τὸ πᾶν 1st c.BC(?): Ocellus Lucanus Philosophus 1.10, Diodorus Siculus Historicus 1.6; ψυχαί Dionysius Halicarnassensis 8.62; θεός NT.Rom.1.23; γένος Philo Judaeus 1.689; οἱ νεκροὶ ἐγερθήσονται ἄ. NT.1Cor.15.52 +1st c.BC+; of poems, Μοῦσαι “epigram Gr.” 226.5 (from Teos). adverb -τως, τιμᾶν prev. work919.10 (from Lycia).

Synoniemen en afgeleide woorden

Grieks Α ^G1 "A, Alpha, Christus"; Grieks ἀφθαρσία ^G861 "onvergankelijkheid, eeuwigheid, reinheid, oprechtheid, onbedorvenheid"; Grieks φθείρω ^G5351 "fqeirw";

Literatuur

Walter Bauer, Wörterbuch zum Neuen Testament, , [1988], ,

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!