Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)
κακοποιός, -όν (< κακόν, ποιέω), [in LXX: Pr 12:4 (בּוּשׁ H954 hi.) Pr 24:19 (רעע H7489 hi.)*;] doing evil; as susbt., an evil-doer: I Pe 2:12, 14 4:15.†Voor meer informatie: Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon (1940)
κᾰκοποι-ός, όν,Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!