Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)
** ὀχλέω, -ῶ (< ὄχλος), [in LXX: To 6:7, III Mac 5:41*;] to move, disturb; hence, generally, to trouble, vex: pass., Ac 5:16 (act. absol., = pass., to be in a tumult, III Mac 5.41; cf. ἐν-, παρ-εν-οχλέω, and v. MM, xviii).†Voor meer informatie: Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon (1940)
ὀχλ-έω,Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!