Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)
σανδάλιον, -ου, τό (dimin. of σάνδαλον, prob. Persian), [in LXX: Jos 9:5, Is 20:2 (נָעַל H5274, elsewhere rendered ὑπόδημα, q.v.), Jth 10:4 16:9 * ;] a sandal: Mk 6:9, Ac 12:8.†Voor meer informatie: Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon (1940)
σανδάλ-ιον ᾰ, τό,