Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
soydarion, zn. onz.; van het Latijn sudarium "zweetdoek" samengesteld van sudor "zweet" + -ārium (als doel). Vergelijk de leenwoorden Aram. סוּדְרָא suḏārā "tulband" (M. Jastrow, סוּדָרָא) en Hebreeuws סוּדָר sudār "sjaal, omslagdoek" (E. Klein, p. 437), Ivr. סְוֶדֶר sǝweder "sweater" (E. Klein, p. 437), Syr. ܣܘܼܕ݂ܵܪܵܐ sūḏārā "sudra, sjaal, tulband".
1) zweetdoek (Luk. 19:20; Hand. 19:12 †); 1a) werd gedragen rondom de nek (Petron. 67; Suet. Nero 51), derhalve ook Lat. focale genoemd (Quintilian 11.3.144; Martial 14.137); 1a1) PBH, Aram. סוּדָרָא ,סוּדְרָא de tulband van Thora geleerden. Het acroniem ס̇ו̇ד̇ר̇א̇ ס̇ו̇ד̇ ה׳ ליר̇א̇יו "het geheim van de Heer wordt geopenbaard aan hen die Hem vrezen" (Talmud, Shabbat 77b) is volgens Jastrow speelse etymologie (M. Jastrow, סוּדָרָא; cf. Ps. 25:14); 1b) als bedekking van het hoofd bij een dode (Joh. 11:44; 20:7 †); 1c) een zakdoek (G. Abbott-Smith, σουδάριον; Thayer, σουδάριον), echter wordt door anderen ontkend (William Smith, SUDARIUM).
Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)
*† σουδάριον, -ου, τό (Lat.), handkerchief, kerchief: Lk 19:20, Ac 19:12; used as a head covering for the dead, Jo 11:44 20:7 (cf. Deiss., BS, 223).†Voor meer informatie: Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon (1940)
σουδάριον, τό,