Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Woordstudie
Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible
H309אָחַרʼâchar; a primitive root; to loiter (i.e. be behind); by implication to procrastinate — continue, defer, delay, hinder, be late (slack), stay (there), tarry (longer).
Synoniemen en afgeleide woorden
Hebreeuws אַחַרH310 "achter, achter, na, nadat, aangezien, daarna, van achter(en), aansluiten bij"; Hebreeuws אַחֵרH312 "iemand anders, ander, vreemd, eerste, anderen (een), anders (iemand)"; Hebreeuws אַחֲרוֹןH314 "nakomeling, achteraan, daarachter, achterste, navolgend, laatste, daarna, achterste"; Hebreeuws מָחָרH4279 "to morrow, time to come";