Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
ʾămaryâ, eigennaam van אמר H00559 en יה H03050;
Amarja = "YHWH spreekt, waar JHWH van spreekt" cf. Gr. Θεόφραστος Theophrastos Theophrastus; 1) Zadoks grootvader 2) de zoon van een hogepriester in Salomo's tijd 3) een hogerpriester onder Josafat (2 Kron 19:11) 4) Hizkia's zoon, groot-grootvader van Zefanja 5) een Leviet ten tijd van Ezra (Sef. 1:1) 6) een Leviet onder Hizkia 7) een priester ten tijd van Nehemia
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!