H816_ אָשַׁם
schuldig, verwoest worden, schuldig worden, schuldig verklaren, schuld, zijn schuld volkomen geboet
Taal: Hebreeuws

Statistieken

Komt 35x voor in 13 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

ww, een primitieve stam; TWOT - 180

Voorkomend in de LXX als: εξολοθρευωG1842 "verdelgen, uitroeien"; αγνοεωG50 "onwetend zijn, dwalen, ongelijk hebben, onbekend, niet weten"; αμαρτανωG264 "zonde, dwalen, doel missen"; ανιημιG447 "terugzenden, loslaten, vrijlaten"; μεταμελλομαιG3338 "berouw, spijt hebben"; παραπιπτωG3895 "afwijken van de rechte weg, zich afwenden, zwerven"; αφανιζωG853 "onzichtbaar maken, misvormen";

 

1) beledigen, schuldig zijn, overtreden
1a) (Qal)
1a1) kwaad doen, beledigen, overtreden, onrecht begaan
1a2) schuldig zijn of worden
1a3) voor schuldig worden gehouden
1a4) beschuldigd worden
1b) (Niphal) straf verduren
1c) (Hiphil) schuldig verklaren
2) (TWOT) verlaten zijn of worden, zich schuldig bekennen



Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon

אָשַׁם, אָשֵׁם vb. offend, be guilty 1 commit an offence, a trespass, do a wrong, or an injury 2 be or become guilty 3 be held guilty, bear punishment Niph. suffer punishment Hiph. declare them guilty

Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H816 אָשַׁם ʼâsham; or אָשֵׁם; a primitive root; to be guilty; by implication to be punished or perish — × certainly, be(-come, made) desolate, destroy, × greatly, be(-come, found, hold) guilty, offend (acknowledge offence), trespass.

Synoniemen en afgeleide woorden

Hebreeuws אָשָׁם H817 "offer voor de schuld, schuldoffer(s), genoegdoening (, boete, schuldoffer, schuld"; Hebreeuws אָשֵׁם H818 "schuldige, schuldig, schuldige (zn), schuldoffer, boeten";

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs