H1212_ בְּצַלְאֵל
Besaleel, Bezaleel
Taal: Hebreeuws

Statistieken

Komt 9x voor in 4 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie



Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon

בְּצַלְאֵל n.pr.m. (in the shadow (protection) of Ēl; cf. cuneif. Ṣil-Bêl, a king of Gaza, COT Jos 11:22 1 a skilled artisan of tribe of Judah Ex 31:2 35:30 36:1, 2 37:1 38:22 (all P) 1 Ch 2:20 2 Ch 1:5. 2 an Israelite Ezr 10:30.

Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H1212 בְּצַלְאֵל Bᵉtsalʼêl; probably from 6738 and 410 with a prepositional prefix; in (the) shadow (i.e. protection) of God; Betsalel, the name of two Israelites — Bezaleel.

Synoniemen en afgeleide woorden

Hebreeuws אֵל H410 "God, god"; Hebreeuws צֵל H6738 "shadow, defence, shade";

Literatuur


Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen