Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
bārûk, persoonsnaam; Afgeleid van בָרַךְ H1288 "zegenen";
1) meerdere personen Baruch; 1a) Baruch, den zoon van Nerija (Jer. 32:12) en secretaris van de profeet Jeremia; 1b) Baruch, de zoon van Zabbai (Neh. 3:20); 1c) Baruch, de zoon van Kol-hose (Neh. 11:5).
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!