H1588_ גַּן
moestuin, kruidhof, lusthof, Bet-haggan, hoven, tuin, hof
Taal: Hebreeuws

Onderwerpen

hof, tuin,

Statistieken

Komt 42x voor in 11 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

gan, zn. mnl./vrl., van גָּנַן H1598; TWOT 367a

Akkad. ganna of gannu "tuin, lusthof" (E. Klein. p. 104; J. Black, p. 90) → qannu "omheining" (J. Black, p. 284). Assyrisch ginû COTGloss, ook gannatu DlPr 84; Aram. גִּנָּא ,גִּנְתָּא


1) tuin (Gen. 2:8-10 ); 1a) omsloten tuin (Klaagl. 2:6; Joel 2:3); 1b) kruidentuin (Deut. 11:10; 1 Kon. 21:2); 2) fig. omsloten tuin "voor een vrouw" (Hoogl. 4:12, 15-16)



Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon

גַּן n.m. & f. enclosure, garden

Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H1588 גַּן gan; from 1598; a garden (as fenced) — garden.

Synoniemen, homoniemen en afgeleide woorden

Hebreeuws גַּנָּה H1593 "tuinen, boomgaarden, hoven, lusthoven, tuin, hof"; Hebreeuws גָּנַן H1598 "beschutten, beschermen"; Hebreeuws עֵין גַּנִּים H5873 "Engannim";

Literatuur


Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs