Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Het Hebreeuwse הוֹבְנִים habenîm (HALOT, 237) is van הָבַן "steenachtig" (van אֹבֶן , אֶבֶן "een steen"), vanwege de hardheid van het hout. Leenwoord van Egypt. hbny (W.A. Ward, "A New Look at Semitic Personal Names and Loanwords in Egyptian", Chronique d'Égypte 71, p. 44) en is later overgenomen in het Grieks ἔβενος en Latijn ebenum. Ook in het Arabisch en Perzisch heeft het dezelfde benaming ابنو س, ابنو ش; Ugarit. hbn (KTU 4.402:6). Vanuit het Latijn is het overgenomen in de verschillende europese talen Ebony (Eng.), Ebben (Ned.), waar het ook de figuurlijke betekenis heeft gekregen van "zwart" (i.e. de donkere kleur van het hout).
1) hapax ebben, voorkomend als ketib וְהֹובְנִים en qere וְהָבְנִ֔ים (Ezech. 27:15).