Een verbond (Hebreeuws בְּרִית H1285, Grieks διαθήκη G1242) bevat de afspraken die voortvloeien uit een bondgenootschap of alliantie tussen twee of meer partijen, welke zowel personen, landen, als organisaties kunnen zijn.
In de Bijbel komen we een tweetal categorieën verbonden tegen:
Voorbeelden in de Bijbel vinden we als God een verbond sluit met Abraham en Mozes.
Als Abram 90 jaar is sluit God een verbond met hem (Gen. 17). Het eerste wat opvalt is dat er ook een naamsverandering plaatsvindt en dat Abram voortaan Abraham heet (Gen. 17:5) en Sarai voortaan Sara (Gen. 17:15). Uit de context blijkt dat het om een eenzijdig verbond gaat (Gen. 17:7-14; cf. 15:7-18) waarbij God de voorwaarden stelt waaraan Abraham moet voldoen en niets meer of minder inhield als een volledige onderwerping (lees trouw en gehoorzaamheid) aan God. Omdat het gold voor zowel het fysieke nageslacht van Abraham als zijn slaven, werd er ook een fysiek teken aan Abraham en zijn nageslacht gegeven, namelijk de besnijdenis.
Andere verbonden zijn: Dieren (verbond), Verbond (nieuw), Verbond (zout-).
Zo lezen we in Genesis 14:13 dat Abram een bondgenootschap heeft met de Amorieten.
De → verbondstheologie is een dogma dat de christelijke kerk in de plaats is gekomen van het volk Israël en is een van de oudere varianten van de vervangingstheologie.
Aangemaakt 25 februari 2005
![]() ![]() |
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!