Baal-Hanan (Hebreeuws בַּעַל חָנָן H01177), persoon in de Bijbel
Bijbel
1) zoon van Achbor (Gen. 36:38; 1 Kron. 1:49), koning van Edom. Marqaurt veronderstelt dat "de zoon van Achbor" een duplicaat is van "zoon van Beor" (Gen. 36:32) en dat "Baal Hanan" in de oorspronkelijke tekst wordt weergegeven als de naam van de vader van de volgende koning, Hadar (Joseph Marquart, Fundamente Israelitischer und Jüdischer Gesch. 1896, pp. 10 et seq.).
2) een Gederiet, officier van David (1 Kron. 27:28), verantwoordelijk voor de olijfbomen en de sycomoren.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!