Offerhoogten
בָּמָה H1116 "offerhoogten, Bamoth, hoogte, offerhoogte, hoogten, woudhoogten",

Zie ook: Beeldbank, Offer, Offering,

Offerhoogte (Hebreeuws בָּמָה H1116) is de aanduiding voor een heiligdom op een hooggelegen plaats, waar een altaar stond.

Inhoud

Bijbel

Met name in de periode voor de ballingschap offerden de Israëlieten, naast de tabernakel en tempel, veel op offerhoogten. Hierbij moet dan wel onderscheid worden gemaakt tussen die offerhoogten die aan de Heere waren gewijd (1 Kon. 3:2; 12:32) en die aan afgoden (1 Kon. 11:7).

Veelal zien we dat deze plaatsen op 'hoogten' zijn geplaatst, zoals heuvels of bergen. Vandaar dat er wordt gesproken dat men uit de stad van Samuël moet 'opgaan' naar de nabijgelegen 'bāmâ' H1116 (1 Sam. 9:13ev.) en na afloop weer moeten 'afdalen' (1 Sam. 9:25).

Echter ook werden ze in de steden gebouwd (1 Kon. 13:32; 2 Kon. 17:9; 23:5), al dan niet of deze steden zelf al op een berg of heuvel waren gebouwd. Het is in dit kader dat de Olijfberg vanwege zijn offerhoogten ook wel de berg מַשְׁחִית H4889 Mashith werd genoemd (2 Kon. 23:13; cf. 1 Kon. 11:7).

Op basis van de vele opmerkingen dat ze 'gebouwd' (1 Kon. 11:7; 14:23; 2 Kon. 17:9; 21:3; 2 Kron. 33:3, 19) en 'omgehaald' (1 Kon. 15:14; 22:44; 2 Kon. 12:3; 14:4; 15:4, 35) werden, mogen we opmaken dat de verhoging kunstmatig was en door de archeologie is bevestigd.


Terminologie

Het woord בָּמָה H1116 heeft in eerste instantie de betekenis van 'hoogte', in de zin van bergen en heuvels (2 Sam. 1:19, 25), al dan niet bedekt met bossen (Jer. 26:18; Ezech. 36:2 cf. vs. 1; Mi. 3:12). Ook heeft het de betekenis van 'rug' zoals uit andere Semitische talen blijkt.

Omdat vestingen en paleizen veelal op de hoogste plaats werden gebouwd, omdat dit het meest veilig was (Ps. 18:34; Hab. 3:19), wordt het woord ook gebruikt voor de machthebber zelf van zo'n gebied (Deut. 33:29; Am. 4:13; Mi. 1:3), waarbij het van God als ultieme machthebber over de wereld wordt gebruikt (Deut. 32:13; Jes. 58:14).

Daar zowel God als de afgoden als machthebbers gezien kunnen worden ligt het voor de hand dat om die reden deze hoogten werden gebouwd. Zo worden er hoogten voor God (1 Sam. 9:12ev.; 1 Kon. 3:2ev.; 12:32; 1 Kron. 16:39; 21:29; 2 Kron. 1:3, 13), als voor de afgoden (Lev. 26:30; Num. 33:52; 1 Kon. 11:7; 14:23; 15:14; 22:44; 2 Kon. 12:3; 14:4; 15:4) in de Bijbel vermeld.


Geschiedenis

Ook bij andere volken in het Oude Midden-Oosten zien we dat ze voor de goden hoogten bouwden, een bekend voorbeeld zijn de zigguraths in Mesopotamië. Andere voorbeelden vinden we in de Nabatese stad Petra (Jordanië), de altaren in Faqra en Temple D in Sfiré (Libanon), en het Umm Daraj heiligdom in de buurt van Dedan (Saudi Arabië).


Overig

Opvallend is de parallel dat net als de vroegere machthebbers en afgoden op de hoogste plaatsen zetelden ook tegenwoordig we vaak zien dat de directie van een bedrijf meestal op de bovenste verdieping hun kantoor heeft terwijl de employees dichter bij de grond werken.


Aangemaakt 26 februari 2006, laatst bijgewerkt 21 februari 2020


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!