Literatuur
Bijbelteksten

Habakuk

חֲבַקּוּק ḥăbaqqûq, pers. naam "Habakuk"; Een profeet die het boek Habakuk heeft geschreven, trad zo'n 20 jaar later dan Sefanja op (ca. 600 v.C.).

Bijbel

De profeet Habakuk wordt tweemaal in het gelijknamige boek genoemd (Hab. 1:1; 3:1)

Op het gegeven dat het alleen levieten was toegestaan muziekinstrumenten te gebruiken in de tempel te Jeruzalem en Habakuk in het postscriptum vermeldt dat het slotlied "voor de koorleider op zijn instrumenten" is, gaan velen er vanuit dat Habakuk een leviet was. Dit zou dan worden bevestigd in de De Septuaginta-toevoeging aan het boek Daniël, het apocriefe Bel en de Draak, waarin wordt vermeld dat Habakuk de zoon van Jehoshua uit de stam Levi was.

Volgens rabbijnsen bronnen was Habakuk de zoon van de Sunamitische vrouw die Elisa weer tot leven bracht (2 Kon. 4). De basis voor deze theorie is dat de bediende van Elisa tegen de vrouw zei dat zij een zoon zou ‘omhelzen’ (2 Kon. 4:16), en de naam van Habakuk lijkt op het Hebreeuwse woord voor ‘omhelzen’.

Apocriefe boeken

Daarnaast wordt de profeet ook in de apocriefe boeken regelmatig genoemd. De volgende vermeldingen van de profeet komen we tegen:

• 4 Ezra 1:40 En Nahum, en Habakuk, Zefanja, Haggaï, Zacharia, en Maleachi, die ook de engel des Heren genaamd is.
• Bel en de draak (Dan. 14) 1:32 En Habakuk, de profeet was in Judea, en had een pap gekookt, en had brood gebrokkeld in een diepe schotel, en ging in het veld om het de maaiers te dragen.
• Bel en de draak (Dan. 14) 1:33 En de engel des Heren zeide tot Habakuk: Draag het middageten, dat gij hebt, naar Babylon tot Daniël in de kuil der leeuwen.
• Bel en de draak (Dan. 14) 1:34 En Habakuk zeide: Here, ik heb Babylon nooit gezien, en weet niet waar de kuil is.
• Bel en de draak (Dan. 14) 1:36 En Habakuk riep en zeide: Daniël, Daniël, neem dit middageten, dat u God gezonden heeft.
• Bel en de draak (Dan. 14) 1:38 En Daniël stond op en at, en de engel des Heren bracht Habakuk terstond weder aan zijn plaats.

Terminologie

De naam is mogelijk van Hebr. חָבַק ḥābaq "omarmen, omhelzen" of Akkad. khabbaququ , of Assyr. hambaḳûḳu een tuinplant (Friedrich Delitzsch, "Prolegomena," p. 84; König, "Historisch-Kritisches Lehrgebäude der Hebräischen Sprache," ii. 1. 473, on the vocalization).

Tombe van Habakuk

Er zijn meerdere plekken waar de tombe van Habakuk zou zijn, alleen al in Israël zijn er twee (Kadarim קַדָּרִים en Hukok חוּקוֹק, allebei in Galilea) en in Iran (Tuyserkan تويسركان) in de provincie Hamadan.

Aangemaakt 4 februari 2007

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!