Kroon
διάδημα G1238 "diadeem, kroon, sieraad (hoofd)", στέφανος G4735 "kroon", στεφανόω G4737 "kroon", כֶּתֶר H3804 "kroon", מִנְּזָר H4502 "crowned", נֶזֶר H5145 "hair, crown, consecration, separation", עָטַר H5849 "crown, compass, crowning", עֲטָרָה H5850 "kroon", קׇדְקֹד H6936 "crown, schedel, bovenste gedeelte van het hoofd",

Zie ook: Doornenkroon, Juweel, Sieraad, Kleding,

Kroon (Hebreeuws עֲטָרָה H5850), hoofddeksel dat door een vorst gedragen wordt, of waarmee iemand (tijdelijk) boven zijn medemensen wordt verheven.

Inhoud

Bijbel

In het Nieuwe Testament worden verschillende soorten kronen genoemd die gelovigen mogen ontvangen:

Tijdens het strafproces kreeg Jezus van de Romeinse soldaten een doornenkroon (Mat. 27:29; Mark. 15:17; Joh. 19:2).


Aangemaakt 15 januari 2009


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!