Zeven (getal)
ἕβδομος G1442 "zevende", ἑπτά G2033 "zeven", ἑπτάκις G2034 "zevenmaal", שָׁבוּעַ H7620 "zeven, week", שְׁבִיעִי H7637 "seventh time, seven, seventh", שֶׁבַע H7651 "zeven", שִׁבְעָה H7655 "seven, seven times", שִׁבְעָנָה H7658 "zeven (getal)",

Zie ook: Getallen,

Zeven (Hebreeuws שֶׁבַע H7651; Grieks ἑπτά G2033), een natuurlijk getal, ook weergegeven als 7. Volgend op het getal zes en voorafgaand aan het getal acht.

Inhoud

Bijbel

In de Bijbel staat het getal 'zeven' voor compleetheid of volheid. Na de zes scheppingsdagen wordt de schepping volgemaakt met een zevende rustdag (Gen. 1:1-2:4). De zevende en laatste dag van de week wordt een rustdag, sabbat, genoemd (Ex. 16:23, 26).

Zie voor het gebruik van het getal zeven in samenstellingen of als onderdeel van grotere getallen het hoofdonderwerp → Getallen.


Etymologie

Sommigen willen het Hebreeuws שֶׁבַע H7651 en Aramees שִׁבְעָה H7655 afleiden van שָׁבַע H7650 (E. Klein, p. 637), echter anderen stellen dat het van het Sanskriet sapta (Gesenius) komt. Zien we dat het ook in vele andere talen voorkomt: Ugar. shb' (zn. mnl.) en shb't (zn. vrl.), Akkad. sibitti (zn. mnl.) en sibi (zn. vrl.), Arab. sab' (E. Klein, p. 637); Latijn septem, Grieks ἑπτά G2033, Gothisch sibum, Engels seven, Duits sieben, etc., dan lijkt het logischer dat het van een gemeenschappelijk stamwoord komt, zoals het Sanskriet sapta.


Koop nu