Hebreeuws/Joods denken

Zie ook: Filosofie, Grieks denken,

Het Joodse denken (Hebreeuws מחשבת ישראל), ook bekend als Judaïsch denken of Hebreeuws denken, is het wetenschappelijk vakgebied van Joodse studies dat zich bezighoudt met het product van Joods denken en cultuur door de eeuwen heen, en hun historische ontwikkeling. Het veld behandelt ook de verbindingen, parallellen en invloeden tussen joodse denkwijzen en wereldfilosofie in het algemeen. De term is bedacht door prof. Eliezer Shavid. Aan de basis lag de erkenning van de noodzaak om de totaliteit van het Joodse denken van de Bijbel tot het heden te onderzoeken, waarbij een (soms gebroken) reeks werd onderzocht. Deze erkenning is slechts gedeeltelijk gerealiseerd en het Bijbelse denken is nooit formeel meegenomen binnen dit vakgebied. Op diverse universiteiten in Israël wordt hier les in gegeven (Wikipedia, מחשבת ישראל).

Binnen sommige christelijke kringen wordt het vaak als contrast gebruikt tegenover het Griekse denken waarbij men zich vooral wil afzetten tegen de Hellenistische ontwikkeling van het christendom.

Inhoud

Verschillende vormen van Joods denken

In het Oude Testament

We zien vooral in het begin dat de Oudtestamentische begrippen vooral relatiebegrippen zijn. God en mens werken in het verbond als partners samen. Denk bijvoorbeeld het verbond met Abraham. Ook bij het boek Job zien we dat daar net als bij Abraham en eerder persoonlijke offers worden gemaakt, terwijl later dit niet meer het geval is. Zien we andere structuren in gemeenschappen dan bv. ten tijde van de ballingschap. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er grote verschillen zijn met bv. Jesaja en Ezechiël.

Ten tijde van Mozes zien we dat er wetgeving komt, die soms haaks staat op wat eerder de gewoonte was. Een bekend voorbeeld is dat Abraham met zijn halfzus trouwt, terwijl dat later wordt verboden. Zien we dat tijdens Mozes vaak nog per situatie wordt gereageerd, later als het koningschap ontstaat komen er andere regels, belastingen die worden betaald. Gaat Abraham nog alleen met zijn mannen op oorlogspad, ten tijde van David zien we dat die zijn officieren eropaf stuurt.

Na de ballingschap

In deze periode zijn er verdere invloeden van de omliggende landen en een begin wordt gemaakt met de Mishnah. Naast het Oude Testament verschijnen diverse apocriefe en deuterocanonieke boek, met ieder hun eigen inzichten en filosofieën.

Ten tijde van het Nieuwe Testament

De Joden raken steeds meer geïnspireerd door het Hellenisme met als resultaat dat de Bijbel in het Grieks wordt vertaald: de Septuagint (LXX). Het is deze vertaling die later unaniem door de 'heidense' christenen wordt geadopteerd en gebruikt. Bekende schrijvers zijn de filosoof Philo van Alexandrië (~25 v.C. - 50 n.C.) en Flavius Josefus (37-100 n.C.).

De Midrash is al (groten)deels uitgewerkt en we zien dat Jezus hier oa. tegen ageert (Mat. 15:5ev.; Mark. 7:3ev.).

Na het Nieuwe Testament

Na de val van Jeruzalem en de vernietiging van de tempel zien we dat van de vele religieuze groeperingen de Farizeeën uiteindelijk overblijven en vanuit hun diverse scholen hun theologie vorm geven. De Talmud wordt samengesteld en belangrijke rabbijnen als Rashi, Rambam geven verder vorm hoe de Joden hun geloof moeten beleven. De wederkerigheid en de wederzijdse afhankelijkheid van God en mens is het wezen van de joodse religie geworden. Dit is de correlatie-gedachte die al door Miskotte in 1932 duidelijk is aangetoond. Er bestaat in het Joods-rabbinale denken als het ware een rekening-couranthouding van de mens met God. Goede tegenover slechte of mislukte daden.

We kunnen niet spreken van een eenduidig denken, want in deze periode zien we diverse stromingen, zoals reeds de hierboven genoemde, naast bijvoorbeeld kabbalistische en gnostische stromingen binnen het Jodendom.

In Messiaanse beweging

In de messiaanse beweging, niet te verwarren met de Messiasbelijdende Joden, zien we een hang naar het Jodendom, omdat volgens hen Jezus, door hen vaak Jeshua genoemd (over de correcte uitspraak → Ἰησοῦς G2424), op en top Jood was en dat om die reden zij ook de levenswijze en filosofie willen volgen van het Jodendom. Zij leggen dan ook grote nadruk op het Oude Testament, de Tanach, en stellen dat ook het Nieuwe Testament van Joodse origine is. Men spreekt niet meer over het Oude Testament als 'belofte' en over het Nieuwe als 'vervulling', zij duiden het Nieuwe Testament liever aan als 'vervolg' op het Oude Testament en dat het slechts een voortzetting is van het Oude Testament met andere namen.

We zien dan ook dat bij sommigen in deze beweging Jezus slechts een van de vele messiaanse personen is. Daarnaast valt op dat in deze beweging men onder het Joods denken meer neigt naar de denkwijzen en filosofieën van de Joods-rabbinale stromingen die na de val van Jeruzalem zijn ontstaan en nog maar weinig te maken hebben met die uit de Oudtestamentische tijd.


Bijbels denken

Hebreeuws denken, hoe doe je dat?

We horen het al vele jaren: we zouden moeten ophouden met Grieks denken en in plaats daarvan Hebreeuws gaan denken. Alleen niemand legt ons uit hoe dat moet. Om die reden schreef Pieter Siebesma het boekje ‘Pas op voor de Grieken!’. Hij baseerde zich daarbij grotendeels op een boek van ds. Rottenberg uit 1934 ‘Het semitisme en de West-Europese volkeren’. Semitisme definieerde Rottenberg als: elkaar goed behandelen, in overeenstemming met wat de Bijbel ons toont over God. Hij voorzag dat met het opkomend antisemitisme Europa zou terugzinken in het barbaarse heidendom van voordat de Bijbel haar daaruit ophief. Hebreeuws denken is volgens Siebesma in wezen hetzelfde als Rottenbergs semitisme. Opvallend is dus dat ‘Hebreeuws denken’ niet zozeer iets te maken heeft met het denken maar met het doen en laten van de mens (red.).

God of mens?

Het zal duidelijk zijn dat het haast onmogelijk is de inhoud van het Hebreeuwse (we kunnen beter zeggen Bijbelse) denken en het Griekse denken op verantwoorde wijze te behandelen. Maar als het meest essentiële verschil tussen beide vormen van denken wordt wel de relatie gezien waarin de mens tot zijn Schepper staat.
Terwijl in het Bijbelse denken de mens in een (onderdanige) relatie tot God staat, is in het Griekse denken de mens autonoom. We kunnen dat illustreren aan de hand van twee voor beiden kenmerkende uitspraken: In veel synagogen staat op de ark, de kast waar de Hebreeuwse Torarollen worden bewaard, de uitspraak, ‘weet voor wie u staat!’ Daarentegen benadrukken de Griekse filosofen: Ken uzelf!

Terwijl binnen het Griekse denken de autonomie van de mens centraal staat, dat wil zeggen het kennen van jezelf, stelt men binnen het Bijbelse denken het kennen van God centraal. Het duidelijkste komt dat naar voren op het gebied van de ethiek. Binnen het Griekse denken staat de mens centraal en afhankelijk van welke filosofische (dat is een door de mens bedachte) denkwijze men aanhangt, kiest men voor een bepaalde ethiek. Daarentegen is binnen het Bijbelse denken de ethiek niet gebonden aan wat de mens wil en aangenaam vindt, maar aan wat God van hem vraagt in Zijn Woord.

Dat juist in onze tijd op bijvoorbeeld seksueel gebied alles kan en mag, komt doordat wat ik prettig vind het belangrijkste wordt gevonden. Zoals gezegd staat de mens centraal en niet wat Zijn Schepper van hem vraagt. De gevolgen hiervan kunnen we illustreren aan de hand van een aantal maatschappelijke onderwerpen.

Positie van de vrouw

De oude Grieken beschouwden de vrouw als een noodzakelijk kwaad. Daarom werd onderwijs voor vrouwen niet zo belangrijk geacht. De bekende filosoof Plato was blij dat hij niet als vrouw was geboren. De Griekse stad Sparta, bekend om haar soldaten, beschouwde de vrouw slechts als een werktuig om kinderen te baren, om zo de stad van soldaten te voorzien.
Hoe anders schrijft de Bijbel over de vrouw: “En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar Gods beeld schiep hij hem, man en vrouw schiep hij hen” (Gen. 1:27). Man en vrouw zijn beiden naar Gods beeld geschapen en aan beiden wordt de opdracht gegeven om Gods beelddrager te zijn en te heersen over al het geschapene! Het is opvallend dat de eerste christelijke gemeente in Europa werd gesticht toen een vrouw Lydia tot bekering kwam en haar huis als eerste kerkgebouw in Europa functioneerde (Hand. 16:14, 15).
Scheiden van je vrouw was bij de Grieken niet zo moeilijk. Om de meest onbenullige redenen kon een man van zijn vrouw scheiden. Echtscheiding wordt door de bijbel afgekeurd. Het is slechts vanwege de slechtheid van de mensen toegestaan. Volgens Rottenberg zou bij een herleving van het oude heidendom de vrouw als eerste daaronder te lijden hebben.

Kinderen

De positie van kinderen was in de oudheid niet benijdenswaardig. Bij de Grieken was het geoorloofd om kinderen te vondeling te leggen. Bij de Romeinen was het al niet veel anders. De filosoof Seneca, verplichte lectuur voor veel leerlingen van gymnasia, schijnt eens te hebben gezegd: “Mismaakte kinderen vernietigen wij, en zij die zwak en onvolkomen geboren worden, verdrinken wij. Dat is niet uit boosheid, maar naar gezonde rede. Op die wijze scheiden wij het onnutte van het bruikbare!” (Seneca, De Ira, 1.15.2).
Maar ook in onze tijd is abortus een geaccepteerde praktijk. En voor de televisie kunnen we geleerde heren horen verkondigen dat het humaan zou zijn om gehandicapten of blinden al voor hun geboorte op zachte wijze te laten overlijden. Immers deze hebben toch geen leven en bezorgen zichzelf, hun ouders en de maatschappij alleen maar last.
Hoe anders staat de Bijbel tegenover kinderen: “Ziet, kinderen zijn een erfdeel des HEREN” (Ps. 127:3). Het krijgen van kinderen werd gezien als een geschenk van God, voor wie Hij al oog heeft als ze zich nog in de moederschoot bevinden (Ps. 139).

Slavernij

Hoe de Grieken en Romeinen over slaven dachten is evenmin verheffend. De samenleving rustte op het bezit van slaven. De manier, waarop zij werden behandeld was mensonwaardig. In Rome kon een meester zijn slaven naar willekeur martelen en laten ombrengen. Slaven hadden geen enkel recht. Illustratief was het voorbeeld van de Romeinse generaal en staatsman Flaminius die eens een slaaf ter dood liet brengen, om zijn gast te vermaken, omdat die nog nooit iemand dood had zien gaan!
Weliswaar was in het Oude Testament eveneens sprake van slavernij, maar hier hadden slaven rechten. Bijvoorbeeld door de instelling van het sabbatjaar, waarbij alle Hebreeuwse slaven vrijgelaten moesten worden, en niet met lege handen mochten weggaan. Hun loon moest hen gegeven worden. Ook lezen we in Deut. 23:15 dat een gevluchte slaaf niet aan zijn meester uitgeleverd mocht worden.

Zorg voor armen en vreemdelingen

Doordat de Grieken primair op de mens gericht waren, hadden ze weinig oog voor de zwakken in hun maatschappij, maar waren vooral gericht op de intellectueel en lichamelijk sterken. In de Grieks-Romeinse tijd bestond er geen armenzorg.
Een Romeins dichter verwoordde het als volgt: “Men doet de bedelaar maar een slechte dienst door hem eten en drinken te geven. De gave is verloren en het leven van de arme wordt tot zijn eigen ellende verlengd!” Nee, dan bestede men liever zijn geld aan brood en spelen om het volk rustig te houden.
Hoe ging men om met vreemdelingen? Dat waren barbaren, zonder enige rechten, die uitgeroeid mochten worden of anders als slaaf gebruikt konden worden. Hoe verschillend is dan het Oude Testament: “gij zult de rand van uw veld niet geheel afmaaien ... ook zult gij uw wijngaard niet afzoeken ... dit zult gij voor de armen en de vreemdelingen laten liggen!” (Lev. 19:9, 10).

Aandacht voor het lichamelijke

De Grieken vereerden het lichaam en haar schoonheid en legden sterk de nadruk op de ontwikkeling daarvan.
Opmerkelijk dat in onze tijd, waarin het christelijk denken steeds meer terrein verliest, de nadruk op het uiterlijk steeds groter wordt.
De huidige trend van fitness en bodybuilding past daarin goed en wordt nog versterkt door de filmindustrie, die films produceren, waar bij voorkeur knappe vrouwen en mannen een hoofdrol spelen.
Binnen het Bijbels denken ligt nadruk op het feit dat de mens geschapen is naar Gods beeld. Daarom mag je je eigen lichaam en alles wat daarmee te maken heeft niet minachten, maar evenmin daarvoor een overdreven aandacht hebben. Immers de Bijbel laat duidelijk zien dat kracht en sterkte niet bepaald wordt door uiterlijke kenmerken, maar door de mate waarin een mens met God rekening houdt: “Niet door kracht is een man sterk” (1 Sam. 2:9).

Tot besluit

Wellicht vindt u dat ik te ongenuanceerd over de Grieks-Romeinse beschaving schrijf. Er zijn daarin immers ook goede dingen aan te wijzen. Dat is waar, toch is het van belang juist deze negatieve kanten te benadrukken. Ze komen voort uit het denken dat de mens autonoom is.
Het is belangrijk ons te realiseren dat naarmate het christendom in onze maatschappij een steeds marginalere positie inneemt, de oude heidense en Griekse opvattingen een steeds grotere plaats gaan innemen. Het heidendom is veel heidenser en jodendom en christendom staan veel dichter bij elkaar dan wij wel denken. Een gewaarschuwd mens telt voor twee!

Prof. dr. Pieter A. Siebesma
Dit artikel is afkomstig en met toestemming overgenomen uit het maandblad Hadderech van juni-augustus 2018


Aangemaakt 27 december 2014, laatst bijgewerkt op 5 augustus 2018


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!