Hethieten
חִתִּי H2850 "Hethitische , Hethiet, Hethietische",

Zie ook: Beeldbank, Plaatsen,

Hethieten (Hebreeuws חִתִּי H2850), een Anatolisch volk dat een belangrijke rol speelde bij het vestigen van een imperium rond de stad Hattusa in Noord-Centraal Anatolië rond 1600 voor Christus. Dit rijk bereikte zijn hoogtepunt in het midden van de 14de eeuw v.C. onder Šuppiluliuma I, toen het een gebied omvatte dat het grootste deel van Anatolië omvatte, evenals delen van de noordelijke Levant en Boven-Mesopotamië.

Inhoud

Bijbel

In het Oude Testament vindt men een aantal verwijzingen naar een volk dat de Hethieten wordt genoemd. Zo'n honderd jaar geleden was dit volk voor de Bijbelgeleerden weinig meer dan een van de vele kleine stamgemeenschappen uit het Midden-Oosten. Zo zouden de Hethieten in het oude Israël hebben gewoond, in dezelfde omgeving waar Abraham en Sara zich op hoge leeftijd vestigden. In Genesis 23 lezen we dat toen Sara stierf, Abraham een akker met een spelonk koopt van een man die Efron de Hethiet wordt genoemd. Een paar hoofdstukken verder lezen we dat Abrahams kleinzoon Ezau trouwt met Ada, de dochter van Elon de Hethiet (Gen. 26:34; 36:2). Vele jaren later horen we dat koning David overspel pleegt met Bathseba de vrouw van Uria, één van zijn officieren (2 Sam. 11). Verder zijn er nog verschillende andere vermeldingen van Hethieten, maar nergens lijkt het erop dat ze een machtig volk waren.

Alleen één Bijbeltekst doet anders vermoeden, als de Syriërs Samaria belegeren (2 Kon 7) lezen we dat God de Israëliërs te hulp komt en de Syriërs het geluid had laten klinken van een groot leger met paarden en wagens, zodat ze tegen elkaar zeiden: 'Hoor, de koning van Israël heeft de koningen van de Hethieten en van Egypte ingehuurd om ons aan te vallen.' Blijkbaar was dit vooruitzicht zo angstaanjagend dat de Syriërs overijlt vluchten en al hun bezittingen achter lieten.

Het is een kwestie van veel wetenschappelijk debat of de Bijbelse "Hethieten" een of meer van de volgende betekenissen hadden: 1) de oorspronkelijke Hattians; 2) hun Indo-Europese veroveraars, die de naam "Hatti" behielden voor Centraal-Anatolië, en tegenwoordig de "Hethieten" worden genoemd; of 3) een Kanaänitische groep die al dan niet verwant is aan een of beide Anatolische groepen, en die al dan niet identiek is aan de latere Syro-Hethietische staten (M. Woudstra, p. 60).

Hethieten in de Bijbel


Archeologie

De Franse geleerde Charles Texier vond de eerste Hethitische ruïnes in 1834, maar identificeerde ze niet als zodanig (Charles Texier, "Rapport lu, le 15 mai 1835, à l'Académie royale des Inscriptions et Belles-lettres de l'Institut, sur un envoi fait par M. Texier, et contenant les dessins de bas-reliefs découverts par lui près du village de Bogaz-Keui, dans l'Asie mineure", 1835). Het eerste archeologische bewijs voor de Hethieten verscheen op tabletten gevonden in de karum van Kanesh (nu Kültepe genoemd), met daarin handelsgegevens tussen Assyrische kooplieden en een bepaald "land van Hatti". Sommige namen op de tabletten waren noch Hattisch noch Assyrisch, maar duidelijk Indo-Europees (Alwin Kloekhorst, Personal names from Kaniš: the oldest Indo-European linguistic material, 2014).

Het script op een monument in Boğazkale door een "Volk van Hattusas", ontdekt door William Wright in 1884, bleek overeen te komen met eigenaardige hiëroglifische scripts uit Aleppo en Hama in Noord-Syrië. In 1887 brachten opgravingen in Amarna in Egypte de diplomatieke correspondentie aan het licht van farao Amenhotep III en zijn zoon Achnaton. Twee van de brieven van een "koninkrijk Kheta" – blijkbaar gelegen in dezelfde algemene regio als de Mesopotamische verwijzingen naar "land van Hatti" – waren geschreven in standaard Akkadisch spijkerschrift, maar in een onbekende taal; hoewel geleerden de geluiden konden interpreteren, kon niemand het begrijpen. Kort daarna stelde Sayce voor dat Hatti of Khatti in Anatolië identiek was aan het "koninkrijk Kheta" dat in deze Egyptische teksten wordt genoemd, evenals aan de Bijbelse Hethieten. Anderen, zoals Max Müller, waren het erover eens dat Khatti waarschijnlijk Kheta was, maar stelden voor om het in verband te brengen met het Bijbelse Kittim in plaats van met de Bijbelse Hethieten. Sayce's identificatie werd in de loop van het begin van de 20ste eeuw algemeen aanvaard; en de naam "Hethietisch" is gehecht geraakt aan de beschaving die in Boğazköy is ontdekt (hethport.uni-wuerzburg.de, Rediscovery of the Hittites).

Hierna werd er steeds meer over de Hethieten gevonden.


Aangemaakt 5 juni 2006, laatst gewijzigd 14 augustus 2023


Koop nu