Azazel
עֲזָאזֵל H5799 "Azazel",

Zie ook: Demonen, Geit,

Azazel (Hebreeuws עֲזָאזֵל H5799), de naam van een van de twee geiten die de woestijn in werd gestuurd.

Inhoud

Bijbel

Een van de twee geiten die de woestijn in werd gestuurd (Lev. 16:8ev.). Omdat deze geit volgens de legende wel eens terug kwam lopen uit de woestijn, besloot men deze voortaan van een berg af te duwen. Deze berg werd ook Azazel genoemd en bevind zich in de Judea-woestijn.


Jodendom

In de latere joodse literatuur wordt Azazel gelijk gesteld met Sammaël, d.i. de satan, ook in de christelijke theologie wordt meestal geleerd dat Azazel satan is. עֲזָאזֵ֖ל komt van עׇזַל azal "verdwijnen", Azazel is dus de grote verdwijner. Hij die ons aanklaagt verdwijnt!

Joodse bronnen

Wordt in de Talmoed genoemd op de volgende plaatsen:


Hyrcania fort

Hyrcania (Grieks: Ὑρκανία; Arabisch: Khirbet el-Mird) was een oud fort in de woestijn van Judea.

De plaats is nog niet grondig opgegraven. Huidige kennis over de ruïnes van de plaats is gebaseerd op een beperkt aantal testopgravingen.

Hyrcania was blijkbaar gebouwd door Alexander Jannaeus of zijn vader Johannes Hyrcanus in de eerste of tweede eeuw voor Christus. De eerste vermelding van het fort is tijdens het bewind van Salome Alexandra, de vrouw van Jannaeus, circa 75 n.C.: Flavius Josephus vertelt dat, samen met Machaerus en Alexandrion , Hyrcania een van de drie forten was die de koningin niet wou opgeven aan van de farizeeër partij (Flavius Josephus, Antiquities of the Jews, Book XIII, §416 (tr. William Whiston, 1895). "So Alexandra, not knowing what to do with any decency, committed the fortresses to them, all but Hyrcania, and Alexandrium, and Macherus, where her principal treasures were.").

Het fort wordt opnieuw genoemd in 57 v.C. toen Alexander van Judea, zoon van Aristobulus II , daaruit vluchtte voor de Romeinse gouverneur van Syrië, Aulus Gabinius, die gekomen was om de opstand te onderdrukken die Alexander had opgehitst tegen Hyrcanus II. Alexander versterke later opnieuw Hyrcania, maar moest deze uiteindelijk overgegeven aan Gabinius. Het fort werd vervolgens afgebroken (Flavius Josephus, The Jewish War 1.8.5; Josephus, Antiquities of the Jews, Book XIV, §89). De Griekse geograaf Strabo merkt tevens op dat na de vernietiging, samen met die van Alexandrium en Machaerus, het er "rondwaart van de rovers en gespuis", welke in de richting van Gabinius' superieur, de Romeinse generaal Pompeius trekken (Strabo, Geography, 16.2.40).

Hyrcania wordt vervolgens vermeld in 33-32 v.C. als het wordt gebruikt in een opstand tegen Herodes de Grote, geleid door de zus van de geëxecuteerde voormalige rivaal Herodes Antigonus (Josephus, The Jewish War, 1.19.1). Het fort werd heroverd, en uitgebreid (Josephus, Antiquities of the Jews, XVI 12); werd berucht als een plek waar Herodes zijn vijanden gevangen houdt en dood (Josephus, Antiquities of the Jews, XV 365), waaronder zijn eigen zoon en erfgenaam Antipater (Josephus, Antiquities of the Jews, XVII 182).

In latere tijden stichtte St. Sabbas de heilige een klooster (cenobium) voor kluizenaars op de plaats, in 492 n.C., welke de Castellion werd genoemd, en onderdeel was van de gemeenschap of Lavra van het klooster te Mar Saba (4 km naar het zuid-oosten). Kluizenaars bleven er tot de veertiende eeuw, tussen 1923 en 1939 werd een korte poging gedaan om opnieuw een gemeenschap te stichten (Dave Winter (1999), Israel handbook. Footprint travel guides, p. 254).

Sommigen hebben de Hyrcania vallei onder het fort geïdentificeerd met het Bijbelse dal van Achor, welke wordt genoemd in de Koperen rol (3Q15) van de Dode Zee Rollen als plaats waar een grote schat is.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!