Aantekeningen bij de Bijbel
Vragen, overdenkingen en achtergronden over de Bijbel,
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
Psalmen van Ethan, psalmen die door de componist Ethan de Ezrachiet zijn geschreven.
Bijbel
Ethan heeft alleen Psalm 89 geschreven, zoals we kunnen opmaken uit Psalm 89:1 "Een onderwijzing van Ethan, de Ezrahiet". In 1 Koningen 4:31 wordt de componist geprezen om zijn wijsheid.
De psalm wordt wel eens vergeleken met Psalm 132, echter met dien verschil dat deze tijdens de ballingschap is geschreven.
- In vergelijking met psalm 132 is de situatie veel erger. In psalm 132 ging het over een koning die tegen de geboden van God in handelt en daarmee de toekomst van het volk op het spel zet. De koning dreigt verworpen te worden, het volk dreigt aan de macht van de omringende vijandige volken overgegeven te worden.
- In Psalm 89 is die dreiging werkelijkheid geworden. De koning is verworpen, van de troon gestoten door de vijanden (vs 39-40). Jeruzalem en sterke steden zijn verwoest (vers 41-42). En dit alles was Gods straf, Hij heeft het volk in de macht van de vijanden gegeven (vs 43-46).
- Het is dus geen pelgrimspsalm zoals Psalm 132, maar een psalm uit de ballingschap.
- Er ontstaat een situatie waarin de gelovige ervaart dat God zich verbergt (vs 47, denk ook aan Jesaja 45: 15). De psalmist twijfelt echter niet aan Gods bestaan. De psalm opent dan ook met een geloofsbelijdenis: God is nog steeds de machtige Schepper en Verlosser (vs 6-20).
- Het probleem is, dat God zelf de koning heeft 'verstoten' en het volk heeft 'versmaad' (vs 39).
- Deze situatie kan niet altijd zo blijven. Waarom niet? Omdat God een verbond met David heeft gesloten. Ook al overtraden de nakomelingen van David de geboden en maakten zij er in het land een religieuze en sociaal-economische puinhoop van, Gods belofte blijft (vs 4-5).
- God heeft het verbond met zijn knecht (David) wel verbroken (vs 40), maar niet voor altijd. God zal zich niet voortdurend verbergen (vs47, een retorische vraag).
- De psalmist heeft echter een probleem. Hij twijfelt er niet aan of God zal Zijn volk ooit weer herstellen en terugbrengen naar het land, maar hij is bang dat hij dat niet meer zal meemaken. Het mensenleven is zo kort, en wat is het verschrikkelijk om die verlossing niet meer mee te maken (vs 48).
- De psalmist doet een beroep op God. Hij beroept zich niet alleen op het verbond met David (vs 50), maar vooral ook op zijn eigen ellende. "God, kijk een naar de schande die wij dragen, naar de onderdrukking, naar het lijden dat wij doormaken. Dat kunt U toch niet blijvend verdragen? Dat is toch niet uw bedoeling? U kunt toch niet blijven toezien hoe onze vijanden met ons de spot drijven, en dus ook met U de spot drijven' (vs 47-52)
- Toch, de psalm eindigt met een lofzegging. De psalmist blijft geloven en vertrouwen. Ook al zal hij de verlossing niet meer meemaken, toch zij God geloofd, voor eeuwig. Amen, ja amen (vs 53).
Aangemaakt op 8 mei 2005, laatst bijgewerkt op 26 november 2018
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!