SV | Het hoofd was Ahiezer, en Joas, zonen van Semaa, den Gibeathiet; daarna Jeziel en Pelet, zonen van Azmaveth, en Beracha, en Jehu, de Anathothiet. |
WLC | הָרֹ֨אשׁ אֲחִיעֶ֜זֶר וְיֹואָ֗שׁ בְּנֵי֙ הַשְּׁמָעָ֣ה הַגִּבְעָתִ֔י [וִיזוּאֵל כ] (וִיזִיאֵ֥ל ק) וָפֶ֖לֶט בְּנֵ֣י עַזְמָ֑וֶת וּבְרָכָ֕ה וְיֵה֖וּא הָעֲנְּתֹתִֽי׃ |
Trans. | hārō’š ’ăḥî‘ezer wəywō’āš bənê haššəmā‘â hagiḇə‘āṯî wîzû’ēl wîzî’ēl wāfeleṭ bənê ‘azəmāweṯ ûḇərāḵâ wəyēhû’ hā‘ănnəṯōṯî: |
Het hoofd was Ahiezer, en Joas, zonen van Semaa, den Gibeathiet; daarna Jeziel en Pelet, zonen van Azmaveth, en Beracha, en Jehu, de Anathothiet.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Het hoofd was Ahiezer, en Joas, zonen van Semaa, den Gibeathiet; daarna Jeziel en Pelet, zonen van Azmaveth, en Beracha, en Jehu, de Anathothiet.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!