SV | En de vroedvrouwen zeiden tot Farao: Omdat de Hebreinnen niet zijn gelijk de Egyptische vrouwen; want zij zijn sterk; eer de vroedvrouw tot haar komt, zo hebben zij gebaard. |
WLC | וַתֹּאמַ֤רְןָ הַֽמְיַלְּדֹת֙ אֶל־פַּרְעֹ֔ה כִּ֣י לֹ֧א כַנָּשִׁ֛ים הַמִּצְרִיֹּ֖ת הָֽעִבְרִיֹּ֑ת כִּֽי־חָיֹ֣ות הֵ֔נָּה בְּטֶ֨רֶם תָּבֹ֧וא אֲלֵהֶ֛ן הַמְיַלֶּ֖דֶת וְיָלָֽדוּ׃ |
Trans. | watō’marənā haməyalləḏōṯ ’el-parə‘ōh kî lō’ ḵannāšîm hammiṣərîyōṯ hā‘iḇərîyōṯ kî-ḥāywōṯ hēnnâ bəṭerem tāḇwō’ ’ălēhen haməyalleḏeṯ wəyālāḏû: |
En de vroedvrouwen zeiden tot Farao: Omdat de Hebreinnen niet zijn gelijk de Egyptische vrouwen; want zij zijn sterk; eer de vroedvrouw tot haar komt, zo hebben zij gebaard.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En de vroedvrouwen zeiden tot Farao: Omdat de Hebreinnen niet zijn gelijk de Egyptische vrouwen; want zij zijn sterk; eer de vroedvrouw tot haar komt, zo hebben zij gebaard.
![]() ![]() ![]() ![]() |
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!