SV | Zo zal des HEEREN eed tussen hen beiden zijn, of hij niet zijn hand aan zijns naasten have geslagen heeft; en derzelver heer zal [dien] aannemen; en hij zal het niet wedergeven. |
WLC | שְׁבֻעַ֣ת יְהוָ֗ה תִּהְיֶה֙ בֵּ֣ין שְׁנֵיהֶ֔ם אִם־לֹ֥א שָׁלַ֛ח יָדֹ֖ו בִּמְלֶ֣אכֶת רֵעֵ֑הוּ וְלָקַ֥ח בְּעָלָ֖יו וְלֹ֥א יְשַׁלֵּֽם׃ |
Trans. | 22:10 šəḇu‘aṯ JHWH tihəyeh bên šənêhem ’im-lō’ šālaḥ yāḏwō biməle’ḵeṯ rē‘ēhû wəlāqaḥ bə‘ālāyw wəlō’ yəšallēm: |
Zo zal des HEEREN eed tussen hen beiden zijn, of hij niet zijn hand aan zijns naasten have geslagen heeft; en derzelver heer zal [dien] aannemen; en hij zal het niet wedergeven.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Zo zal des HEEREN eed tussen hen beiden zijn, of hij niet zijn hand aan zijns naasten have geslagen heeft; en derzelver heer zal [dien] aannemen; en hij zal het niet wedergeven.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!