SV | En de zonen van Simeon: Jemuel, en Jamin, en Ohad, en Jachin, en Zohar, en Saul, de zoon ener Kanaanietische; dit zijn de huisgezinnen van Simeon. |
WLC | וּבְנֵ֣י שִׁמְעֹ֗ון יְמוּאֵ֨ל וְיָמִ֤ין וְאֹ֙הַד֙ וְיָכִ֣ין וְצֹ֔חַר וְשָׁא֖וּל בֶּן־הַֽכְּנַעֲנִ֑ית אֵ֖לֶּה מִשְׁפְּחֹ֥ת שִׁמְעֹֽון׃ |
Trans. | 6:15 ûḇənê šimə‘wōn yəmû’ēl wəyāmîn wə’ōhaḏ wəyāḵîn wəṣōḥar wəšā’ûl ben-hakəna‘ănîṯ ’ēlleh mišəpəḥōṯ šimə‘wōn: |
En de zonen van Simeon: Jemuel, en Jamin, en Ohad, en Jachin, en Zohar, en Saul, de zoon ener Kanaanietische; dit zijn de huisgezinnen van Simeon.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En de zonen van Simeon: Jemuel, en Jamin, en Ohad, en Jachin, en Zohar, en Saul, de zoon ener Kanaanietische; dit zijn de huisgezinnen van Simeon.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!