Aantekeningen bij de Bijbel
Vragen, overdenkingen en achtergronden over de Bijbel,
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
SV | De slang nu was listiger dan al het gedierte des velds, hetwelk de HEERE God gemaakt had; en zij zeide tot de vrouw: Is het ook, dat God gezegd heeft: Gijlieden zult niet eten van allen boom dezes hofs? |
WLC | וְהַנָּחָשׁ֙ הָיָ֣ה עָר֔וּם מִכֹּל֙ חַיַּ֣ת הַשָּׂדֶ֔ה אֲשֶׁ֥ר עָשָׂ֖ה יְהוָ֣ה אֱלֹהִ֑ים וַיֹּ֙אמֶר֙ אֶל־הָ֣אִשָּׁ֔ה אַ֚ף כִּֽי־אָמַ֣ר אֱלֹהִ֔ים לֹ֣א תֹֽאכְל֔וּ מִכֹּ֖ל עֵ֥ץ הַגָּֽן׃
|
Trans. | wəhannāḥāš hāyâ ‘ārûm mikōl ḥayyaṯ haśśāḏeh ’ăšer ‘āśâ JHWH ’ĕlōhîm wayyō’mer ’el-hā’iššâ ’af kî-’āmar ’ĕlōhîm lō’ ṯō’ḵəlû mikōl ‘ēṣ hagān: |
Algemeen
Zie ook: Dieren (pratende), JHWH, Manipulatie, Reptielen, satan, Twijfel, Zonde
Aantekeningen
De slang nu was listiger dan al het gedierte des velds, hetwelk de HEERE God gemaakt had; en zij zeide tot de vrouw: Is het ook, dat God gezegd heeft: Gijlieden zult niet eten van allen boom dezes hofs?
- Wie of wat was de oorzaak dat dit reptiel kon spreken?
- Reptielen waren zo intelligent dat ze konden spreken; Vergelijk in deze de nāga (Sanskriet "cobra, slang") in het boeddhisme en het hindoeïsme.
- Het was God zelf die het dier liet spreken, zoals ook bij de ezel van Bileam,
- Het reptiel was bezeten door een of meerdere boze geesten, cf. Jezus die de demonen uitdreef bij de Gadareense man en deze demonen in 2000 zwijnen liet gaan.
- Het reptiel was de satan in vermomming; Nb. hij kan verschijnen als een engel des lichts,
Gezien het vervolg lijkt de laatste mogelijkheid de correcte, temeer daar satan op die manier een positie inneemt die lager was dan de positie van Adam & Eva, en daardoor hen op het verkeerde been zet.
- De slang..., Hiervandaan komt mogelijk de Nederlandse uitdrukking "Er zit een adder(tje) onder het gras"
- Waarom ging satan als eerste naar de vrouw? Waarschijnlijk omdat vrouwen over het algemeen gesproken vlugger overtuigd zijn dan mannen die van nature meer sceptisch zijn.
- De slang, Dat hier geen sprake kan zijn van een slang zoals wij die kennen blijkt uit vers 14 waar wordt vermeld dat hij op dat moment nog poten had (zie echter ook de Aantekening daar). 1) Het zal dus meer een hagedisachtig wezen zijn geweest. 2) Sommigen suggereren dat het een dinosauriër was. Interessant is de gedachte dat deze dan bijzonder intelligent/slim waren en dat na de zondeval en de straf de dinosauriërs nauwelijks meer een rol spelen en uitgestorven zijn en verworden tot domme koudbloedige slangen. 3) Het was een vertegenwoordiger van de nāga welke in het boeddhisme en het hindoeïsme wordt vermeld.
- Er zijn drie manieren om Gods Woord te manipuleren: 1) je voegt er iets aan toe, 2) je laat iets weg en 3) je verandert er iets aan. Opvallend is dat satan met zijn grote kennis van Gods Woord hier alle drie de manieren toepast.
- Gijlieden zult niet eten van allen boom dezes hofs? Nb. In Genesis 2:16 zegt God zelf dat de mens van iedere boom mag eten, maar in het volgende vers (vs. 17) wordt de enige uitzondering expliciet aangegeven: "van de boom der kennis des goeds en des kwaads zult gij niet eten." Opvallend is dat satan hier slechts het eerste gedeelte van het gebod aanhaalt en dan nog in een retorische vraag, waar in principe alleen een "ja" op mogelijk is.
Vertaalnotities
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
De slang nu was listiger dan al het gedierte des velds, hetwelk de HEERE God gemaakt had; en zij zeide tot de vrouw: Is het ook, dat God gezegd heeft: Gijlieden zult niet eten van allen boom dezes hofs?
- נָחָשׁ H5175 "slang, reptiel, serpent" van נחשׁ "blazen, sissen";
- עָרוּם (arum) "slim", zie de woordspeling met עֲרוּמִּים ("arummim") "naakt" in Genesis 2:25; De apositie (bijstelling) in de superlativus wordt aangeduid door het adiectivum met bijv. de omschrijving מִכֹּל֙ in עָר֔וּם מִכֹּל֙ חַיַּ֣ת הַשָּׂדֶ֔ה "het listigste van alle dieren van het veld" (J.P. Lettinga, § 71.h).
- Subjects- en objectszinnen zijn resp. het logische subject en object van de hoofdzin, ze worden meestal ingeluid door het oorspronkelijke deiktische partikel כִּי zoals in אַ֚ף כִּֽי־אָמַ֣ר אֱלֹהִ֔ים "het is zeker zó, dat God gezegd heeft?" (J.P. Lettinga, § 78.a.1).
____
- עָר֔וּם MT 4QGenk SP ║
- וַיֹּ֙אמֶר֙ אֶל MT ([ויאמ]ר אלx4QGenk) SP ║ καὶ εἶπεν ὁ ὄφις LXX ║
- הָ֣אִשָּׁ֔ה MT 4QGenk SP ║
- אַ֚ף MT SP τί ὅτι LXX ║ האףx4QGenk ║
- הַגָּֽן MT 4QGenk SP ║ ἐν τῷ παραδείσῳ LXX ║
- Voorkomend in 4Q10=4QGenk (zeer fragmentarisch) ║
Koop nu
Commentaar
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!