SV | En Ik zal Mijn oog op hen stellen ten goede, en zal hen wederbrengen in dit land; en Ik zal hen bouwen, en niet afbreken; en zal hen planten, en niet uitrukken. |
WLC | וְשַׂמְתִּ֨י עֵינִ֤י עֲלֵיהֶם֙ לְטֹובָ֔ה וַהֲשִׁבֹתִ֖ים עַל־הָאָ֣רֶץ הַזֹּ֑את וּבְנִיתִים֙ וְלֹ֣א אֶהֱרֹ֔ס וּנְטַעְתִּ֖ים וְלֹ֥א אֶתֹּֽושׁ׃ |
Trans. | wəśamətî ‘ênî ‘ălêhem ləṭwōḇâ wahăšiḇōṯîm ‘al-hā’āreṣ hazzō’ṯ ûḇənîṯîm wəlō’ ’ehĕrōs ûnəṭa‘ətîm wəlō’ ’etwōš: |
En Ik zal Mijn oog op hen stellen ten goede, en zal hen wederbrengen in dit land; en Ik zal hen bouwen, en niet afbreken; en zal hen planten, en niet uitrukken.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En Ik zal Mijn oog op hen stellen ten goede, en zal hen wederbrengen in dit land; en Ik zal hen bouwen, en niet afbreken; en zal hen planten, en niet uitrukken.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!