SV | Gij dan, vrees niet, o Mijn knecht Jakob! spreekt de HEERE, ontzet u niet, Israel! want zie, Ik zal u uit verre [landen] verlossen, en uw zaad uit het land hunner gevangenis; en Jakob zal wederkomen, en stil en gerust zijn, en er zal niemand zijn, die [hem] verschrikke. |
WLC | וְאַתָּ֡ה אַל־תִּירָא֩ עַבְדִּ֨י יַעֲקֹ֤ב נְאֻם־יְהֹוָה֙ וְאַל־תֵּחַ֣ת יִשְׂרָאֵ֔ל כִּ֠י הִנְנִ֤י מֹושִֽׁיעֲךָ֙ מֵֽרָחֹ֔וק וְאֶֽת־זַרְעֲךָ֖ מֵאֶ֣רֶץ שִׁבְיָ֑ם וְשָׁ֧ב יַעֲקֹ֛ב וְשָׁקַ֥ט וְשַׁאֲנַ֖ן וְאֵ֥ין מַחֲרִֽיד׃ |
Trans. | wə’atâ ’al-tîrā’ ‘aḇədî ya‘ăqōḇ nə’um-JHWH wə’al-tēḥaṯ yiśərā’ēl kî hinənî mwōšî‘ăḵā mērāḥwōq wə’eṯ-zarə‘ăḵā mē’ereṣ šiḇəyām wəšāḇ ya‘ăqōḇ wəšāqaṭ wəša’ănan wə’ên maḥărîḏ: |
Gij dan, vrees niet, o Mijn knecht Jakob! spreekt de HEERE, ontzet u niet, Israël! want zie, Ik zal u uit verre [landen] verlossen, en uw zaad uit het land hunner gevangenis; en Jakob zal wederkomen, en stil en gerust zijn, en er zal niemand zijn, die [hem] verschrikke.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Gij dan, vrees niet, o Mijn knecht Jakob! spreekt de HEERE, ontzet u niet, Israël! want zie, Ik zal u uit verre [landen] verlossen, en uw zaad uit het land hunner gevangenis; en Jakob zal wederkomen, en stil en gerust zijn, en er zal niemand zijn, die [hem] verschrikke.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!