Aantekeningen bij de Bijbel
Vragen, overdenkingen en achtergronden over de Bijbel,
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
AB | En hij zwoer bij Hem, Die leeft tot in de eeuwen van de eeuwen, Die de hemel en wat er in is schiep, en ook het land en wat er in is, en ook de zee en wat er in is, dat er geen tijd meer zijn zal. |
SV | En hij zwoer bij Dien, Die leeft in alle eeuwigheid, Die den hemel geschapen heeft, en hetgeen daarin is, en de aarde en hetgeen daarin is, en de zee en hetgeen daarin is, dat er geen tijd meer zal zijn; |
Steph | και ωμοσεν εν τω ζωντι εις τους αιωνας των αιωνων ος εκτισεν τον ουρανον και τα εν αυτω και την γην και τα εν αυτη και την θαλασσαν και τα εν αυτη οτι χρονος ουκ εσται ετι
|
Trans. | kai ōmosen en tō zōnti eis tous aiōnas tōn aiōnōn os ektisen ton ouranon kai ta en autō kai tēn gēn kai ta en autē kai tēn thalassan kai ta en autē oti chronos ouk estai eti |
Algemeen
Zie ook: Eed, Gelofte (afleggen), Zweren (iets), Eeuwigheid, Zee
Openbaring 11:15
Aantekeningen
En hij zwoer bij Dien, Die leeft in alle eeuwigheid, Die den hemel geschapen heeft, en hetgeen daarin is, en de aarde en hetgeen daarin is, en de zee en hetgeen daarin is, dat er geen tijd meer zal zijn;
- er zal geen uitstel meer zijn (NBG, GN96)
- Het woord chronos betekent hier niet gewoon ‘tijd’, maar ‘verlopende tijd, uitstel’ zie ook 2:21 en woordstudie 4862. Na het in vers 7 genoemde moment zal er geen verder tijdsverloop, geen uitstel meer zijn (zie bv. NBG, GNB). Dan zal, met andere woorden, God definitief ingrijpen in de geschiedenis. Anders dan de SV suggereert, spreekt de engel dus geen abstracte spreuk uit over de toekomstige afwezigheid van tijd. Johannes ontvangt een concrete belofte die we mogen opvatten als antwoord op de vraag van de martelaren, hoe lang het oordeel nog zal uitblijven (6:10-11; vgl. Dan. 12:6), en als reactie op het feit dat na de reeks zegels nu ook de reeks bazuingerichten onderbroken is. (StudieBijbel)
- ‘de volheid van de tijd’ (Gal. 4:4) aanduidt dat de voorafgaande periode vol of vervuld is en dat er tegelijk een nieuwe periode aanbreekt. In het verlengde hiervan kan de betekenis ‘tijdsverloop’ opgevat worden als ‘uitstel’ (Openb. 10:6). (StudieBijbel, Woordstudie 4862)
Vertaalnotities
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
En hij zwoer bij Dien, Die leeft in alle eeuwigheid, Die den hemel geschapen heeft, en hetgeen daarin is, en de aarde en hetgeen daarin is, en de zee en hetgeen daarin is, dat er geen tijd meer zal zijn;
- τῷ ζῶντι p47 א Byzpt Byz2005; ἐν τῷ ζῶντι A C Byzpt ς WH NA
- ἔκτισεν ς WH; ἔκτισε Byz
- καὶ τὴν θάλασσαν καὶ τὰ ἐν αὐτῇ p47 א2 C P 046 94 1006 1828 1841 1854 1859 2053 2065 2073 2081 2138 2329 2351 2432 2814 Byz itar (itc) (itdem) itdiv (ithaf) itz vg syrh copsa(ms) copbo (eth) Ps-Ambrose Andrew Beatus Haymo Arethas ς [WH]; omissie (haplography?) א* (A omissie ook van καὶ τὴν γῆν καὶ τὰ ἐν αὐτῇ) 205 209 1611 2020 2042 2344 itgig syrph copsa(ms) arm Tyconius Primasius
- οὐκέτι ἔσται Byz WH; οὐκ ἔσται ἔτι ς
Koop nu
Commentaar
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!