AB | De zittende was qua uitstraling gelijk aan de steen jaspis en carneool. En er was een regenboog in een kring rondom de troon, qua uitstraling gelijk aan smaragd. |
SV | En Die daarop zat, was in het aanzien den steen Jaspis en Sardius gelijk; en een regenboog was rondom den troon, in het aanzien der [steen] Smaragd gelijk. |
Steph | και ο καθημενοσ ην ομοιος ορασει λιθω ιασπιδι και σαρδινω και ιρις κυκλοθεν του θρονου ομοιοσ ορασει σμαραγδινω |
Trans. | kai o kathēmenos̱ ēn omoios orasei lithō iaspidi kai sardinō kai iris kyklothen tou thronou omoios̱ orasei smaragdinō |
En Die daarop zat, was in het aanzien den steen Jaspis en Sardius gelijk; en een regenboog was rondom den troon, in het aanzien der [steen] Smaragd gelijk.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
En Die daarop zat, was in het aanzien den steen Jaspis en Sardius gelijk; en een regenboog was rondom den troon, in het aanzien der [steen] Smaragd gelijk.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!