Mattheus 24:10 | En dan zullen er velen geergerd worden, en zullen elkander overleveren, en elkander haten. |
Mattheus 25:32 | En voor Hem zullen al de volken vergaderd worden, en Hij zal ze van elkander scheiden, gelijk de herder de schapen van de bokken scheidt. |
Markus 4:41 | En zij vreesden met grote vreze, en zeiden tot elkander: Wie is toch Deze, dat ook de wind en de zee Hem gehoorzaam zijn? |
Markus 8:16 | En zij overlegden onder elkander, zeggende: [Het is,] omdat wij geen broden hebben. |
Markus 9:34 | Doch zij zwegen; want zij waren onder elkander in woorden geweest op den weg, wie de meeste [zou zijn]. |
Markus 9:50 | Het zout is goed; maar indien het zout onzout wordt, waarmede zult gij dat smakelijk maken? Hebt zout in uzelven, en houdt vrede onder elkander. |
Markus 15:31 | En insgelijks ook de overpriesters, met de schriftgeleerden, zeiden tot elkander, al spottende: Hij heeft anderen verlost; Zichzelven kan Hij niet verlossen. |
Lukas 2:15 | En het geschiedde, als de engelen van hen weggevaren waren naar de hemel, dat de herders tot elkander zeiden: Laat ons dan heengaan naar Bethlehem, en laat ons zien het woord, dat er geschied is, hetwelk de Heere ons heeft verkondigd. |
Lukas 4:36 | En er kwam een verbaasdheid over allen; en zij spraken samen tot elkander, zeggende: Wat woord is dit, dat Hij met macht en kracht den onreinen geesten gebiedt, en zij varen uit? |
Lukas 6:11 | En zij werden vervuld met uitzinnigheid, en spraken samen met elkander, wat zij Jezus doen zouden. |
Lukas 7:32 | Zij zijn gelijk aan de kinderen, die op de markt zitten, en elkander toeroepen, en zeggen: Wij hebben u op de fluit gespeeld, en gij hebt niet gedanst; wij hebben u klaagliederen gezongen, en gij hebt niet geweend. |
Lukas 8:25 | En Hij zeide tot hen: Waar is uw geloof? Maar zij, bevreesd zijnde, verwonderden zich, zeggende tot elkander: Wie is toch Deze, dat Hij ook de winden en het water gebiedt, en zij zijn Hem gehoorzaam? |
Lukas 12:1 | Daarentussen als vele duizenden der schare bijeenvergaderd waren, zodat zij elkander vertraden, begon Hij te zeggen tot Zijn discipelen: Vooreerst wacht uzelven voor den zuurdesem der Farizeen, welke is geveinsdheid. |
Lukas 23:12 | En op denzelfde dag werden Pilatus en Herodes vrienden met elkander; want zij waren te voren in vijandschap tegen den anderen. |
Lukas 24:14 | En zij spraken samen onder elkander van al deze dingen, die er gebeurd waren. |
Lukas 24:17 | En Hij zeide tot hen: Wat redenen zijn dit, die gij, wandelende, onder elkander verhandelt, en [waarom] ziet gij droevig? |
Lukas 24:32 | En zij zeiden tot elkander: Was ons hart niet brandende in ons, als Hij tot ons sprak op den weg, en als Hij ons de Schriften opende? |
Johannes 4:33 | Zo zeiden dan de discipelen tegen elkander: Heeft Hem iemand te eten gebracht? |
Johannes 5:44 | Hoe kunt gij geloven, gij, die eer van elkander neemt, en de eer, die van God alleen is, niet zoekt? |
Johannes 6:43 | Jezus antwoordde dan, en zeide tot hen: Murmureert niet onder elkander. |